Inhoud
Animal Rights in beroep tegen rücksichtlos afschieten gewonde dieren

In maart 2025 maakte de Omgevingsdienst Haaglanden namens het college van Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland bekend dat besloten was om opdracht te geven aan de Faunabeheereenheid Zuid-Holland om valwild (in het wild levende dieren die op enigerlei wijze gewond zijn geraakt) uit hun lijden te mogen verlossen door het dier opzettelijk te doden.
In april diende Animal Rights beroep in tegen dit besluit en leverde in mei de gronden aan.
In het besluit gaat het om een allegaartje aan dieren. Het betreft een Vogelrichtlijnsoort (knobbelzwaan), Habitatrichtlijnsoorten (bever, wolf en otter), nationaal beschermde soorten (das, vos, ree, damhert, edelhert, wild zijn) en exoten (wasbeer, wasbeerhond, sikahert, muntjak en goudjakhals).
Voor alle diersoorten geldt de zorgplicht om hen geen schade te bezorgen. Voor de Vogelrichtlijnsoort en Habitatrichtlijnsoorten geldt daarnaast dat Nederland zich dient in te zetten voor behoud en herstel van de diersoorten. Voor alle hulpbehoevende dieren geldt ook dat een eenieder hen de nodige zorg dient te verlenen (artikel 2.1, zesde lid, van Wet dieren).
Waarom kunnen provincies niet verder kijken dan doodmaken?
Animal Rights acht de stelling van het college dat herstel niet meer mogelijk is als een gewond dier ter plaatse of in de omgeving aanwezig blijft, te kort door de bocht. Een gewond geraakt dier kan ook enige tijd nodig hebben om bij te komen van een ongeluk waarna het zichzelf weer prima kan redden.
Ook acht Animal Rights het in strijd met de zorgplicht en instandhoudingsplicht, alsmede het verbod op het doden van bovenstaande diersoorten, dat diersoorten kunnen worden gedood als zij gewond zijn en zich niet zelfstandig zouden kunnen redden volgens een faunabeheerder.
Ten eerste moet het niet aan een faunabeheerder zijn om te beslissen over de gezondheid en levensvatbaarheid van een dier. Een faunabeheerder is een jager die noch de benodigde medische kennis heeft om te oordelen of het nodig is om het dier te doden (om het uit zijn lijden te verlossen) noch het doel heeft om diersoorten te (verzorgen en) behouden.
Een (wildlife) dierenarts daarentegen is daarvoor wel opgeleid en heeft een eed gezworen om in het belang van het dier te handelen. De stichting meent daarom dat het aan een (wildlife) dierenarts, en niet een jager, moet zijn om te beslissen over de gezondheid en levensvatbaarheid van een in het wild levend en gewond geraakt dier.
Ook volgens Caring Vets dient een dierenarts en niet een jager “in te schatten hoe ernstig de verwondingen van een gewond dier zijn, wat de levenskansen van het dier zijn en of het dier adequaat geholpen kan worden om zijn plaats terug in de natuur weer in te nemen.”
Animal Rights concludeert dat het college onterecht heeft besloten dat het inschatten van de levensvatbaarheid, het behandelen en/of verdoven van een gewond dier en het beslissen tot en uitvoeren van het doden van een wild dier kan gebeuren door een jager in plaats van een dierenarts. Het besluit is op dit punt onrechtmatig.
Ten tweede volgt uit het besluit niet in welke gevallen en op welke manier een gewond geraakt dier medische verzorging en/of revalidatie krijgt of zou moeten krijgen, terwijl medische verzorging en/of revalidatie een andere bevredigende oplossing is dan afschot om het dier (door de benodigde rust en verzorging) uit zijn lijden te verlossen. Volgens de stichting dienen alle gewond geraakte wilde diersoorten, zeker Vogelrichtlijn- en Habitatrichtlijnsoorten – des te meer als de gunstige staat van instandhouding in het geding kan komen – medische verzorging of revalidatie te krijgen als niet vooraf (volgens een dierenarts) vaststaat dat zij aan hun verwondingen zullen overlijden.
Caring Vets en Animal Rights stellen zich op het standpunt dat er geen reden is om bij gewonde wilde dieren anders te handelen dan bij (in het verkeer gewond geraakte) huisdieren, waarbij de hulp van een dierenarts wordt ingeroepen om het dier te onderzoeken, een diagnose te stellen en het dier te behandelen, al dan niet onder anesthesie. Daarvoor is het belangrijk dat elke provincie ten minste één gespecialiseerd opvangcentrum voor wilde dieren heeft, waar inrichting en personeel de juiste veterinaire zorg kunnen waarborgen.
Animal Rights concludeert dat het provinciaal besluit aan medische verzorging en/of revalidatie geen aandacht geeft en daardoor onvoldoende is gemotiveerd.
Ten derde volgt uit het besluit niet dat bij het doden of opvangen van een gewond zogend moederdier wordt gezocht naar de jongen, terwijl het achterlaten en laten lijden van de jongen op gespannen voet staat met zowel de zorgplicht als in bepaalde gevallen het behoud of herstel van een gunstige staat van instandhouding van de diersoort (als door het wegnemen van het moederdier ook alle jongen komen te overlijden). Ook om deze reden is het besluit onvoldoende gemotiveerd. Het college dient alsnog te onderbouwen of en hoe de jongen worden opgespoord en welke maatregelen daarna worden genomen (zoals opvang).
Slotsom
Uit het besluit volgt niet dat het nodig is om aangereden wilde dieren, die niet zelfstandig wegrennen, gedood moeten worden en er geen andere bevredigende oplossing is.
In het besluit wordt onvoldoende rekening gehouden met het effect van het doden van aangereden wilde dieren op de staat van instandhouding. Net als dieren die zijn bevrijd kunnen dieren die medisch gecontroleerd of verzorgd, of gerevalideerd, teruggezet worden in de natuur en bijdragen aan de staat van instandhouding van de diersoort.
Verder is het niet mogelijk de opdracht voor onbepaalde tijd te verlenen. Het verlenen van toestemmingen om verbodsbepalingen voor onbepaalde tijd te overtreden is in strijd met de geest van de wet.
Opinie Caring Vets: HULP VOOR GEWONDE WILDE DIEREN
Wanneer een (huis)dier gewond raakt door een aanrijding of andere gebeurtenis, wordt de hulp van een dierenarts ingeroepen, die het dier kan onderzoeken, een diagnose kan stellen en het dier kan behandelen, al of niet onder anesthesie. Indien behandeling niet mogelijk is, zal het dier uit zijn lijden verlost worden middels euthanasie.
Er is geen reden hierin anders te handelen bij wilde dieren. Uiteraard dienen extra maatregelen genomen te worden in verband met, de veiligheid van het dier zelf en van de behandelend arts. Het is daarom belangrijk dat elke provincie tenminste één gespecialiseerd opvangcentrum voor wilde dieren heeft, waar inrichting en personeel de juiste veterinaire zorg kunnen waarborgen. Financiële ondersteuning van deze opvangcentra is noodzakelijk aangezien er immers geen eigenaren zijn op wie de kosten verhaald kunnen worden.
Helaas is het vaak zo dat voor een gewond wild dier gemakshalve een jager wordt opgeroepen om het dier te doden. Een jager heeft een cursus gevolgd gericht op het doden van gezonde dieren. Deze heeft daarmee geen opleiding of kennis om in te schatten hoe ernstig de verwondingen van een gewond dier zijn, noch wat de levenskansen van het dier zijn en of het dier adequaat geholpen kan worden om zijn plaats terug in de natuur weer in te nemen.
Caring Vets is van mening dat het aan een dierenarts of eventueel een paraveterinair is om deze beslissingen te nemen en daarop adequaat te handelen. Uiteraard kan daarbij de hulp van een jager worden ingeroepen voor het inzetten van een verdovingsgeweer. Behandeling van het dier en inschatting van overlevingskansen dient echter bij een veterinair deskundige te blijven.
Daarnaast zijn wij van mening dat het nemen van preventieve maatregelen aandacht verdient, zoals veilige oversteekplaatsen voor wild of snelheidsbeperkingen op bepaalde locaties of gedurende bepaalde tijden. De samenleving heeft een groot hart voor de natuur en de daarbij behorende dieren, als politiek is het zaak maatregelen te nemen om hieraan de juiste zorg en bescherming te verlenen.