Main content

Inhoud

Bescherming van wolven

Blog: 20 mei 2019
Animal Rights

De spontane terugkeer van een eerder uitgeroeide soort is vanuit internationaal gemaakte doelstellingen, afspraken en wetgeving een positief effect voor de Nederlandse en Belgische biodiversiteit. Die eerdere uitroeing schept volgens Animal Rights ook de morele plicht om het deze keer beter te doen en de wolf absolute bescherming te geven en het onontvreemdbare recht om in Nederland en België te leven en tot bloei te komen.

Bij Europese bescherming gaat het over verplichtingen tot het zorgen voor een goede instandhouding van de soort. Als dierenrechtenorganisatie staat Animal Rights echter in de eerste plaats voor de bescherming van het individu door middel van rechten. Consequente bescherming van de rechten van individuen is de beste garante voor het overleven en de bloei van soorten.

Lees ook:

WOLF

DE TERUGKEER VAN WOLVEN IN DE LAGE LANDEN

DE VERVOLGING VAN DE WOLF

Beschermd

In juni 2014 is de wolf in Nederland aangewezen als beschermde inheemse diersoort (Staatscourant 18306). Op grond van artikelen 3.5 en 3.6 van de Wet natuurbescherming is het verboden om in het wild levende wolven in hun natuurlijke verspreidingsgebied opzettelijk te doden, te vangen of te verstoren. Verder is het verboden om de voortplantingsplaatsen of rustplaatsen van deze dieren te beschadigen of te vernielen. Daarnaast geldt er een verbod om uit het wild afkomstige wolven, dood of levend, onder zich te hebben. Op grond van artikel 7.8 van de Wet natuurbescherming is de Nederlandse strafwet van toepassing op eenieder die zich in de exclusieve economische zone schuldig maakt aan overtreding van regels gesteld bij of krachtens de artikelen 3.5 en 3.6 van deze wet.

Met het besluit van 7 juni 2016 tot wijziging van het Soortenbesluit is de bescherming van de wolf ook in de Vlaamse wetgeving verankerd. Dit betekent onder meer dat het uitdrukkelijk verboden is om dieren opzettelijk te doden, te vangen, of opzettelijk en betekenisvol te verstoren.

CITES

Daarnaast valt de wolf onder het internationaal juridisch kader van de Convention on International Trade in Endangered Species of wild flora and fauna (CITES), de internationale overeenkomst om de handel in beschermde planten en dieren te reguleren. De wolf is opgenomen in CITES Appendix II (04/02/1977) and I (de populaties van Bhutan, India, Nepal en Pakistan - 28/06/1979). De Europese wolvenpopulaties zijn opgenomen deels in bijlage A en deels in bijlage B (Spaanse en Griekse populaties) bij de CITES-verordening.

Habitatrichtlijn

De wolf is aangewezen als strikt beschermde soort in het Verdrag van Bern. De wolf is voorts aangewezen als strikt beschermde soort in bijlage IV bij de Habitatrichtlijn. Ingevolge artikel 12, eerste lid, van de Habitatrichtlijn moeten lidstaten maatregelen treffen om in het wild levende wolven in hun natuurlijke verspreidingsgebied te beschermen. Die bescherming houdt in eerste instantie in dat lidstaten het opzettelijk doden of vangen van in het wild levende wolven strafbaar stellen. Daarnaast moeten zij maatregelen treffen om de gunstige staat van instandhouding van de populatie te bevorderen.

Bureaucratische verkenningen

In Nederland zijn verschillende onderzoeken en projecten uitgevoerd om de overheden voor te bereiden op de terugkeer van de wolf. Rijk, provincies en BIJ12, de uitvoeringsorganisatie voor de gemeenschappelijke taken van de twaalf provincies, vormen samen Regiegroep Wolf en hebben in 2011 opdracht gegeven aan onderzoeksbureau Alterra om de mogelijke consequenties van de komst van de wolf naar Nederland te verkennen. Het verkennende rapport van Alterra verscheen in 2012 (Groot Bruinderink et al. 2012). Als uitvloeisel van de verkenning heeft Alterra samen met het platform Wolven in Nederland (WiN) en de universiteiten van Tilburg en Maastricht in opdracht van het Rijk een ‘Voorstel voor een wolvenplan voor Nederland’ opgesteld (Groot Bruinderink en Lammertsma 2013). Dit rapport was voor de Bestuurlijke Adviescommissie Vitaal Platteland (BACVP) van het Interprovinciaal overleg (IPO) aanleiding om de Regiegroep Wolf opdracht te geven om een operationeel draaiboek op te stellen voor de eerste fase van de vestiging van de wolf in Nederland voor gebruik in relatie tot de provinciale verantwoordelijkheden met betrekking tot natuurbescherming, natuurbeheer, schadebestrijding en schade-afhandeling. Dit was in maart 2016 gereed.

Het meest recente resultaat van deze bureaucratische exercitie is het Interprovinciaal wolvenplan 2019 dat het Operationeel draaiboek wolf – fase 1 uit 2016 als uitgangspunt nam en is opgesteld door de ambtelijke IPO werkgroep Lupus (bestaande uit de IPO-werkgroep Natuurwetgeving en BIJ12). De samenwerking met het ministerie van LNV was in dit stadium vooral gericht op de verkenning of een internationaal wolvenmanagementplan kan worden opgesteld.

Zoals gewoonlijk waren er geen dierenrechtenorganisaties uitgenodigd voor de diverse ‘verkenningen.’

Provincies

Als uitvloeisel van de afspraken uit het Natuurpact, zijn de Provincies verantwoordelijk voor het natuurbeleid, inclusief het faunabeleid. Dit is volstrekt onzinnig met betrekking tot wolven, omdat deze binnen enkele dagen door meerdere provincies en landen kunnen zwerven, zelfs als ze eenmaal gevestigd zijn. Het beleid zou in de eerste plaats landelijk moeten zijn (om onze ethiek te kunnen verankeren in beleid) en vervolgens Europees omdat Nederland en België op zichzelf te klein zijn voor een populatie wolven om “een gunstige staat van instandhouding te bereiken.”

Ontheffingen

Een andere reden waarom provinciale leiding onwenselijk is, is dat lokale bestuurders makkelijker te corrumperen zijn door, bijvoorbeeld, plaatselijke veehouderijbelangen voor het verlenen van ontheffingen. Vanuit de Wet natuurbescherming kunnen ontheffingen worden gebruikt om van het beschermingsregime voor de wolf af te wijken. Voor ontheffingverlening is het college van Gedeputeerde Staten in de regel het bevoegd gezag. Ontheffingen kunnen alleen worden verleend wanneer er geen andere bevredigende oplossingen zijn en wanneer er geen afbreuk wordt gedaan aan het streven om de populaties van de soort in hun natuurlijke verspreidingsgebied in een gunstige staat van instandhouding te laten voortbestaan.

De praktijk van de afgelopen jaren met betrekking tot ontheffingen voor de jacht op konijnen, reeën, ganzen en vossen leert dat provincies noch rechters zich iets gelegen laten liggen aan de verplichting tot het zoeken naar alternatieve oplossingen, en zelfs niet aan een gedegen onderbouwing voor het verlenen van een ontheffing.

Beheer

In een aantal Europese landen of regio’s mag de wolf ‘beheerd’ worden. Dat wil theoretisch zeggen “dat het doden van de wolf plaatsvindt binnen een set aan beheersmaatregelen, die verenigbaar zijn met een gunstige staat van instandhouding.” Dat is het geval in Estland, Letland, Litouwen, Bulgarije, Polen, Slowakije, in het Spaans gebied ten noorden van de rivier Duero, in het Finse rendierbeschermingsgebied en op het Griekse grondgebied boven de 39ste breedtegraad.

Andere landen kunnen derogaties aanvragen op de algemene beschermingsstatus om onder meer schade aan veehouderij tegen te gaan, indien geen andere bevredigende oplossing bestaat. Onder meer Frankrijk, Hongarije, Kroatië, Roemenië, Slovenië en Zweden vragen dergelijke derogaties aan, op basis waarvan afschotlicenties toegestaan kunnen worden. In Frankrijk wordt een afschot van circa 40 dieren per jaar toegelaten van de ongeveer 360 individuen uit 52 roedels (2017). De Zweeds-Noorse populatie bestaat uit ongeveer 400 wolven, waarvan 90% in Zweden voorkomt. In zowel Zweden als Finland wordt de wolf bejaagd in het noordelijke rendierengebied (habitatrichtlijn bijlage V), met een jaarlijks afschot van 40 tot 80 dieren (Everaert et al. 2018).

De strikte bescherming van wolven in Europa laat dus in bijvoorbeeld Frankrijk en zweden toe dat 10 tot 20 procent van alle wolven jaarlijks kan worden afgeschoten. Dit is de situatie waar we in Nederland en België ongetwijfeld ook naar toe gaan; zeker als de besluitvorming hierover bij de provincies ligt die hun oor laten hangen naar de faunabeheereenheden en overkoepelende organisaties van veeboeren.

Ingrijpen in de Lage Landen?

Het Interprovinciaal wolvenplan 2019 zegt nu nog dat, gelet op de geldende randvoorwaarden, ingrijpen op korte termijn waarschijnlijk slechts aan de orde is als wolven gevaarlijk of problematisch gedrag vertonen in relatie tot mensen en in het geval er hybridisatie met honden zou optreden. Maar voegt daar meteen aan toe: “Op de lange termijn wordt ingrijpen uit oogpunt van de bestrijding van schade, overlast of populatiebeheer niet op voorhand uitgesloten.” De mogelijkheden daartoe zijn gebonden aan internationale verdragen, wet- en regelgeving, zaken die buiten de bevoegdheid van de provincies liggen, maar we hebben aan de voorbeelden uit het buitenland hierboven al kunnen zien wat die waard zijn.

Belangrijk is de vraag wanneer en op welk schaalniveau gesproken kan worden van “een gunstige staat van instandhouding” van de wolf. Daarover moet met betrekking tot Nederland en België grensoverschrijdende overeenstemming bestaan met onder andere Duitsland.

Wat is de bescherming werkelijk waard?

Dat wolven beschermd zijn, stelt in de praktijk net zoveel voor als de bescherming van de vos of het ree. Er kunnen altijd omstandigheden aangewezen of verzonnen worden, waarin het doden van wolven aan de orde is. “Dat is bij gevaar door extreme gewenning of hondsdolheid hetgeen zich uit door een wolf die zonder aanleiding agressief reageert op mensen. Ook als een wolf herhaaldelijk goed beschermd vee doodt en steeds manieren vindt om preventieve maatregelen te overwinnen is doden niet uitgesloten,” zegt het wolvenplan.

Voordat de eerste wolf zich vestigde, werd de discussie in Nederland al door CDA, VVD en LTO aangejaagd hoeveel wolven genoeg is. In het wolvenplan staat: “Of en wanneer we in Nederland een gewenst maximaal aantal wolven kunnen vaststellen en dan gaan ingrijpen in de stand is nog niet duidelijk. Om die afweging in de toekomst onderbouwd te kunnen maken is internationale afstemming nodig, de provincies trekken daarin samen op met het Rijk.” We kunnen er 100% zeker van zijn dat dat moment snel naderbij zal komen als de kiezer VVD en CDA niet marginaliseren in provinciale en nationale verkiezingen.

Verkeer

Aanrijdingen in het verkeer zijn in de gebieden van West-Europa waar niet op wolven gejaagd mag worden een belangrijke, zo niet de belangrijkste doodsoorzaak. In Nederland zijn al twee wolven doodgereden en in Duitsland is 67% van alle dood gevonden wolven in het verkeer gesneuveld.

Een inzet op extra ecoducten met geleidende rasters ligt voor de hand als een oplossing om zowel wolven als hun prooi veilig het verkeer te laten kruisen. Snelheidsbegrenzingen binnen wolfterritoria, zeker in de donkere uren, lijken ook logisch.

Rust

Als een territorium is gevestigd zal het menselijk gedrag daaraan moeten worden aangepast. Wolven mogen nooit worden gevoerd om gewenning te voorkomen. Honden dienen in een territorium altijd aangelijnd te zijn. Bij vestiging moet rust gegarandeerd worden in het leefgebied van gevestigde wolven, met name gedurende de voortplantingsperiode. Zonering van recreatie gebeurt nu al voor bijvoorbeeld zeearend en kraanvogel.

Invasieve wetenschap

Bij ieder onderzoek naar de wolf dient niet alleen het belang van de wolf als soort voorop te staan maar ook het respecteren van de intrinsieke waarde van individuele wolven. We hoeven niet alles te weten. Wetenschappelijke nieuwsgierigheid is geen argument voor aantasting van de levenssfeer. Het verdoven van wolven en het bevestigen van zenders aan wolven is een duidelijke inbreuk op de intrinsieke waarde, een aantasting van hun waardigheid, en dus ontoelaatbaar. Uit de verenigde Staten is bekend dat wolven zenderhalsbanden bij elkaar doorknagen. Het verzamelen van DNA in uitwerpselen en bij prooi, zo als nu gebeurt, zou afdoende moeten zijn, en dan alleen als dat wolven niet verstoord.

Hybrides

Het indelen van dieren in soorten en ondersoorten is een menselijke hobby. De immer voortschrijdende evolutie heeft zijn eigen definitie van wat een soort is: Twee individuen die vruchtbare nakomelingen voort (kunnen) brengen zijn één soort. Dit houdt in dat wolven, coyotes en honden een-en-dezelfde soort vormen, ongeacht de uiterlijke variaties, ongeacht wat de encyclopedieën zeggen. Veel natuurbeschermers, in tegenstelling tot dierenrechtenbeschermers, streven echter naar een vorm van soortzuiverheid en roepen daarom vaak op tot het vernietigen van zogenaamde hybrides. Deze obscene hang naar soort-puurheid roept associaties op met het streven naar klasse- en rassenzuiverheid uit ons duistere, maar niet zo verre verleden. Het vermoorden van ‘hybrides’ is daarnaast in tegenspraak met het recht op leven van het individu.

Bescherming van prooidieren

De beste garantie om predatie van door de mens in gevangenschap gehouden dieren te voorkomen is, dat zwervende wolven zich vestigen en voldoende wilde prooi tot hun beschikking hebben. Wolven zijn gespecialiseerd in jacht op hoefdieren. In Nederland zijn dat ree, damhert, edelhert en wild zwijn. De grotere hertensoorten leven veelal achter hekken en komen niet overal in ons land voor en er wordt ook actief getracht de verspreiding van wilde zwijnen tegen te gaan via het misdadige nulstand beleid. Alleen reeën leven ruim verspreid over het land. Andere prooidieren, zoals hazen, konijnen, vogels of plaatselijk bevers maken nergens in Europa een aanzienlijk deel van het wolvendieet uit.

Jagers

De jagers waren er snel bij om te beweren dat wolven op de omvang en trend van hoefdierpopulaties nauwelijks invloed uit oefenen, omdat ze vooral op jonge of verzwakte dieren jagen die geen rol spelen in de reproductie. En dat de populatietrends van hoefdieren in hoofdzaak worden beïnvloed door aspecten als voedselaanbod of ziektes. Dit is onzin natuurlijk. Waar wolven zich vestigen, worden hoefdieren eerst gereduceerd in aantal tot er een nieuwe balans gevonden is tussen de roedel grootte en de prooidierpopulatie. In gebieden waar wolven zich vestigen passen hoefdieren daarnaast hun gedrag aan.

Alleen bij hoefdieren die niet van nature in onze landen thuishoren zoals de moeflon in Nederland is het aannemelijk dat de komst van wolven de populatie kan decimeren.

Via de faunabeheereenheden van de provincies en via de organisatie Wolven in Nederland oefent de jagersvereniging een ongewenste invloed uit op het wolvenbeleid. Wat jagers willen veiligstellen is dat ze nog steeds op herten en zwijnen kunnen schieten ook na de komst van de wolf. De realiteit in bijvoorbeeld Yellowstone heeft duidelijk aangetoond dat na de herintroductie van wolven de wapiti aantallen een natuurlijke balans vonden.

Jagers waren in Nederland al overbodig en zijn dat na de terugkeer van de wolf nog steeds. De populaties van potentieel prooidieren voor de wolf moeten bevrijd worden van de hekken waar achter ze zitten opgesloten en beschermt tegen schietgrage jagers.

Mensenveiligheid

Het wolvenplan zegt: “Veiligheid van mensen is niet onderhandelbaar, als het gedrag van een specifieke wolf daartoe aanleiding geeft zal worden ingegrepen.” Deze uitspraak is een typisch product van menselijk superioriteitsdenken. Natuurlijk is proportionele zelfverdediging toegestaan en bij direct levensgevaar ook een dodelijk antwoord, zolang er geen sprake is van ‘eigen schuld.’ Dit is niet anders als tegenover agressieve mensen, maar iets anders dan wraak achteraf.

De veiligheid van mensen is altijd al onderhandelbaar geweest: hoeveel gezondheidsklachten rondom pluimveeschuren, varkensstallen of geitenhouderijen zijn acceptabel om de economische belangen van veeboeren te beschermen? Welke schade mogen industrie, transport en de veehouderij aan ons klimaat en dus alle aardbewoners toebrengen?

In sommige landen worden leeuwen, haaien, tijgers, krokodillen, nijlpaarden of olifanten die mensen doden niet langer opgejaagd en vernietigd. Langzaam groeit de acceptatie dat coëxistentie met de andere bewoners van deze planeet helaas soms tot conflicten met dodelijke afloop leidt. In het overgrote deel van de gevallen zijn de andere dieren het slachtoffer, in een uitzonderlijk geval de mens.

De wolf heeft veel meer te vrezen van de mens dan andersom, laten we daar eerst maar eens een balans in aan brengen.