Inhoud
De wolven inquisitie van staatssecretaris Rummenie
Op 9 mei 2025 lanceerden het ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur (LVVN) en het ministerie van Economische Zaken een internetconsultatie 1 over het ‘Besluit bescherming wolf en goudjakhals’. Het besluit behelst staatssecretaris van LVVN Jean Rummenie’s plan om de onlangs afgekondigde verlaging van de beschermingsstatus van wolven om te zetten in een Nederlandse heksenjacht op wolven.
De Nederlandse overheid is van mening dat de bestaande regelgeving ontoereikend is gebleken om adequaat te kunnen optreden tegen ‘incidenten’. Rummenie bedoelt daarmee dat, tot 16 mei, geen rechter in de ontoereikende motivering van de anti-wolf provinciebesturen trapte.
De internetconsultatie is daarmee een voortzetting van de populistische propagandamachine van de Haagse politieke lakeien van vee-industrie en jagers. Het afschalen van de beschermde status van de wolf binnen Europa kan niet snel genoeg vertaald worden naar nationale wetgeving:
“Met het voorstel wordt de mogelijkheid gecreëerd om beter op te kunnen treden bij incidenten met wolven en tegelijk een voldoende bescherming aan wolven te bieden. Tevens wordt de aanpassing van de Europese regelgeving over de bescherming van wolven vertaald naar de nationale regelgeving.”
Lees ook: BERN CONVENTIE BUIGT VOOR ANGST- EN HAATCULTUUR RONDOM WOLF
Over bescherming van wolven gaat het verder nergens. In het plan is, bijvoorbeeld, niets opgenomen over het stoppen van de jacht op prooidieren van de wolf, het openen van afgesloten ecoducten, het voorkomen van verkeersdoden onder wolven, of het oprichten van opvang en revalidatiecentra voor gewonde wolven.
Het verplicht aanmelden van leefgebieden van de wolf als Natura 2000-gebied bij de Europese Commissie wordt resoluut afgewezen, tenminste tot 2029, en over de verplichting tot en het handhaven op bescherming van buiten gehouden dieren staat er alleen: ”De algemene regel is dat wanneer schade redelijkerwijs te voorkomen is, een tegemoetkoming in de schade niet voor de hand ligt.”
Het doel van Rummenie is om, zolang er geen Endlösung voor de wolf mogelijk is, het zo makkelijk mogelijk te maken om zoveel mogelijk wolven af te schieten. De samenvatting: “Het voorstel betreft regelgeving voor de bescherming van wolven en de aanpak van incidenten met wolven in Nederland”, moet dan ook gelezen worden als een streven naar de minst mogelijke bescherming van wolven en het maximaal vereenvoudigen van afschot van wolven, binnen de bestaande EU-regels.
Iedereen kan tot 6 juni 2025 zijn of haar mening geven over de plannen van Rummenie en trawanten.
Lagere bescherming
Het plan is om de status van de wolf gelijk te trekken met alle andere zoogdiersoorten met een lagere beschermingsstatus dan ‘strikt beschermd’. De wolf wordt gebracht onder de reikwijdte van de vergunningplicht voor flora- en fauna-activiteiten geregeld in artikel 11.54 van het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal). Daarmee zijn het opzettelijk doden en opzettelijk vangen van wolven vergunningplichtig.
Voor de niet-strikt beschermde soorten, die onder de reikwijdte van artikel 11.54 van het Bal vallen, bevat artikel 8.74l van het Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl) de specifieke regels voor de beoordeling van aanvragen om een omgevingsvergunning voor een flora- en fauna-activiteit. Deze regels zijn destijds, bij de totstandkoming van de Wet natuurbescherming, ontleend aan het beoordelingskader voor vergunningverlening voor handelingen ten aanzien van strikt beschermde soorten (artikel 8.74k van het Bkl); bij het opgaan van het stelsel van de Wet natuurbescherming in dat van de Omgevingswet, zijn deze regels beleidsneutraal overgenomen in het Bkl. De beoordelingsregels voor de strikt beschermde soorten bieden een logisch afwegingskader, ook voor niet-strikt beschermde soorten.
Het gaat bij het afwegingskader in de kern om drie vereisten die moeten zijn vervuld:
Het eerste vereiste is dat voor de potentieel schadelijke handeling geen andere bevredigende oplossing bestaat. Het tweede vereiste is de aanwezigheid van een goede rechtvaardigingsgrond voor de handeling. Het derde vereiste is dat door het toestaan van de handeling geen afbreuk wordt gedaan aan het streven om de populaties van de betrokken soort in hun natuurlijke verspreidingsgebied in een gunstige staat van instandhouding te laten voortbestaan.
Rummenie vindt voor wolven een toepasselijke – ook voor strikte beschermde soorten geldende – rechtvaardigingsgrond in: ‘het belang van volksgezondheid, de openbare veiligheid of andere dwingende redenen van groot openbaar belang’.
Daardoor hoeft, volgens Rummenie, bij probleemwolven en probleemsituaties met wolven, als gedefinieerd in zijn nieuwe regels, niet meer te worden gemotiveerd 1) dat er geen andere bevredigende oplossing bestaat voor het ingrijpen en 2) dat er sprake is van een rechtvaardiging voor dat ingrijpen vanuit het belang van volksgezondheid en openbare veiligheid. Dat staat dan vast.
Zorgplicht
Op grond van artikel 11.54 van het Bal is het verstoren van de wolf niet vergunningplichtig, vindt Rummenie. Dat betekent, volgens hem, dat het verstoren van wolven in het kader van aversieve afschrikking (negatieve conditionering) mogelijk is zonder omgevingsvergunning.
Verstoring valt, echter, wel onder de specifieke zorgplicht, die is geregeld in artikel 11.27 van het Bal.
Permanente vergunning voor afschot
Wat Rummenie wil is dat langer lopende vergunningen kunnen worden gebruikt voor de aanpak van alle incidenten gedurende de geldigheidsduur van de vergunning, zodat niet steeds per geval een vergunning hoeft te worden gevraagd.
Rummenie ziet dit als ”een opdracht aan een speciale eenheid die op basis van een koepelvergunning bij alle incidenten kan optreden, in plaats van per incident een vergunning aan te moeten vragen.”
Wat hij tracht te doen is dierenrechten- en natuurbeschermingsorganisaties buiten spel te zetten. Vergunningen per geval kunnen per geval worden aangevochten, langlopende vergunningen slechts één keer.
Zelfs de rechter in de Veluwse wolf zaak gaat in haar schandelijke uitspraak niet mee in het BBB-sentiment om er in iedere zogenaamde ‘probleemsituatie’ maar meteen op los te knallen: *”De voorzieningenrechter wenst nog te benadrukken dat het voorgaande niet met zich meebrengt dat als een wolf een keer een mens heeft gebeten dit per definitie betekent dat er een noodzaak bestaat om tot afschot van de wolf over te gaan vanwege de openbare veiligheid. Dat hangt steeds af van de specifieke situatie en context, waarbij in elk geval voldoende aannemelijk moet zijn dat het gedrag van een wolf (ook bij een bijtincident) als afwijkend gedrag getypeerd kan worden.”
Rechters en NGO’s buitenspel zetten
Rummenie is duidelijk over het waarom van deze regels: hij wil geen juridische blokkades.
”De bijzondere regels voor de wolf zijn onder andere een antwoord op de in procedures bij de rechter ervaren problemen in de tijd dat de wolf nog was geplaatst op bijlage IV bij de Habitatrichtlijn en gold als een strikt beschermde soort. Het bleek in de praktijk soms moeilijk om in een omgevingsvergunning voor het doden of het vangen van een wolf een dragende, bij de rechter houdbare motivering te geven. Het ging daarbij met name om de vraag of er daadwerkelijk sprake was van een wolf die (spoedig) ingrijpen rechtvaardigde vanuit het belang van volksgezondheid of openbare veiligheid en de vraag of er geen sprake was van een andere bevredigende oplossing. Duidelijk is dat geschillen over de motivering van de gerechtvaardigdheid van ingrijpen aan een adequaat optreden bij incidenten in de weg kunnen staan.”
”Om dat probleem op te lossen voorziet deze amvb in een eenduidige definitie van ‘probleemwolf’ (artikel 8.74la, tweede lid) en in een wettelijke regeling die vaststelt dat in het geval er sprake is van afschot van een probleemwolf, twee van de drie voorwaarden voor vergunningverlening automatisch zijn vervuld, namelijk het ontbreken van een andere bevredigende oplossing en het bestaan van een rechtvaardigingsgrond (artikel 8.74la, eerste lid). Als na consultatie van een wolvendeskundige blijkt dat er sprake is van een probleemwolf, kan uitgesloten worden dat er minder ingrijpende alternatieve maatregelen dan afschot beschikbaar zijn. In de definitie van probleemwolf ligt namelijk besloten dat er reeds is gepoogd om met minder ingrijpende maatregelen het beoogde doel te bereiken, maar dat dat doel daarmee niet kon worden bereikt …”
Medeplichtigheid van zelfverklaarde wolvendeskundigen vereist
Het verlenen van een omgevingsvergunning voor het doden of vangen van wolven wordt in Rummenie’s droomscenario niet per incident verleend, maar voor alle incidenten die zich gedurende de looptijd van de vergunning voordoen. Dat heet ‘op voorhand’ en dat mag niet. Het college van Gedeputeerde Staten van een provincie mag een vergunning pas verlenen als daartoe een noodzaak is en dat kan niet als je een algemene vergunning afgeeft voor een denkbeeldige, toekomstige ‘probleemsituatie’ of ‘probleemwolf’.
Rummenie tracht dat te ondervangen door in artikel 8.74ra van het Bkl te regelen dat bij gebruikmaking van de vergunning te allen tijde eerst een wolvendeskundige dient te worden geraadpleegd. Die deskundige neemt dan de taak van de provincie over om te bepalen of (het uitvoeren van wat vergund is noodzakelijk is:
”Daarbij wordt met het onderhavige besluit wel vereist dat bij het gebruik van de vergunning in individuele gevallen steeds raadpleging van een wolvendeskundige plaatsvindt om vast te stellen dat er daadwerkelijk sprake is van een probleemsituatie met een wolf, een probleemwolf of van een situatie waarin het vangen van de wolf met het oog op zenderen of overbrenging naar een ander gebied is aangewezen.”
‘Wolvendeskundige' wordt nergens gedefinieerd, het is dan ook geen beschermd ‘beroep’. *“Het is aan gedeputeerde staten om als onderdeel van de vergunningvoorschriften nadere eisen stellen aan de in te schakelen deskundige,” zegt Rummenie.
In de zaak van wolf ‘Bram’ trachtte de Zoogdiervereniging ‘wolvenexpert’ te definiëren als iedereen die door de Zoogdiervereniging als zodanig erkend wordt. De provincies zullen het definiëren als: diegene die onze wensen omzet in gelijkluidend advies.
We weten sinds de Veluwse wolf Hubertus dat je EcoNatura van Erwin van Maanen altijd kan bellen als je afschot wil; wil je zenderen, dan bel je Glenn Lelieveld van Averti Ecologie of de Zoogdiervereniging.
Staat van instandhouding
Het Verdrag van Bern schrijft in artikel 7 voor dat iedere partij bij het verdrag passende en noodzakelijke maatregelen in de vorm van wetten en voorschriften neemt ter bescherming van de in het wild voorkomende diersoorten, genoemd in bijlage III bij dat verdrag. De wolf behoort tot de op bijlage III genoemde soorten.
Naast de beschermde status van de wolf is een ander probleem voor Rummenie’s moordplannen de ongunstige staat van instandhouding van de wolf, omdat dit één van de criteria is waaraan getoetst wordt bij de verlening van een omgevingsvergunning voor een flora- en fauna-activiteit voor het doden of vangen van wolven.
”De staat van instandhouding van de wolf in Nederland is nog niet vastgesteld”, staat in de ‘Nota van toelichting’, al hebben diverse rechters uitgesproken dat deze ongunstig is.
Het doel van een onderzoek door Wageningen University & Research, de samenwerking met omringende landen en het bedelen om maatwerk voor Nederland bij de Europese Commissie, is het herdefiniëren van ‘gunstige staat van instandhouding’ om het doel van het afschieten van wolven dichterbij te brengen.
Daar staan nog wel wat uitspraken van het Europese Hof van Justitie in de weg.
Het arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie van 29 juli 2024 in een prejudiciële procedure over wetgeving in Spanje met betrekking tot de wolf, overweegt het Hof:
”Wanneer een diersoort zich in een ongunstige staat van instandhouding bevindt (...) moeten de bevoegde autoriteiten (...) maatregelen in de zin van artikel 14 van de habitatrichtlijn nemen om de staat van instandhouding van de betrokken soort zodanig te verbeteren dat de populaties ervan in de toekomst een duurzame gunstige staat van instandhouding bereiken.”
Bij gebrek aan kennis over de staat van instandhouding of de gevolgen van het onttrekken van de wolf aan de natuur geldt het voorzorgsbeginsel:
”Uit het voorgaande volgt dat maatregelen ter bescherming van een soort, zoals de beperking of het verbod op de jacht, noodzakelijk kunnen worden geacht wanneer er op basis van de beste beschikbare wetenschappelijke kennis onzekerheid bestaat over de risico’s voor het behoud van een gunstige staat van instandhouding van die soort.”
Rummenie’s definitie van ‘probleemwolf’
Rummenie wil het gemak waarmee vergunningen kunnen worden afgegeven voor het afschot van wolven verder vergroten door de beoordelingsregels voor omgevingsvergunningen voor een flora- en fauna-activiteit in afdeling 8.6 van het Bkl aan te vullen met specifieke regels voor het geval sprake is van een ‘probleemwolf’.
Tegelijkertijd wil hij het makkelijker maken om vergunningen af te geven ”voor het vangen van een wolf indien dat vangen is bedoeld voor het zenderen van een wolf om deze te kunnen volgen, of voor het overbrengen van een wolf naar een ander gebied,” in het geval van een ‘probleemsituatie’.
Dit komt er in de algemene maatregel van bestuur (amvb) te staan:
Er is sprake van een probleemwolf als een of meer van de volgende situaties zich hebben voorgedaan:
a. pogingen tot aversieve conditionering van de wolf hebben geen resultaat gehad of aversieve conditionering is niet praktisch uitvoerbaar gebleken na het zich voordoen van een of meer van de volgende probleemsituaties:
1°. de wolf is ten minste twee keer waargenomen op minder dan 30 meter van bewoonde huizen in hetzelfde gebied gedurende een periode van minder dan twee weken,
2°. de wolf heeft ten minste twee keer getolereerd dat mensen naderen tot minder dan 30 meter,
3°. de wolf heeft zelf ten minste twee keer mensen binnen 30 meter benaderd en lijkt geïnteresseerd in mensen,
4°. de wolf heeft ten minste twee keer aangelijnde honden benaderd,
5°. de wolf is ten minste twee keer waargenomen op minder dan 30 meter van bewoonde huizen waar zich honden bevinden, met een tussenliggende periode van minder dan twee weken,
6°. de wolf heeft ten minste twee keer honden op erven of in tuinen bij bebouwing gedood,
7°. de wolf heeft honden gedood die niet waren aangelijnd en die zich niet in de directe nabijheid van mensen bevonden;
8°. de wolf heeft ten minste twee keer binnen twee weken dezelfde schaapskudde aangevallen die onder bescherming van een herder staat;
b. de wolf reageert actief agressief op mensen bij verstoring en valt mensen aan, en daaropvolgende pogingen tot aversieve conditionering hebben geen resultaat gehad of aversieve conditionering was praktisch niet uitvoerbaar;
c. de wolf reageert agressief op mensen, ook zonder te zijn verstoord of uitgedaagd, valt mensen aan of doodt een mens;
d. de wolf heeft in een gemeente of in een aangrenzende gemeente binnen twee weken ten minste twee keer vee aangevallen dat zich bevindt in een stal of dat wordt beschermd door een raster, welke stal of raster voldoen aan artikel 1.6, derde lid, van het Besluit houders van dieren.
Een probleemsituatie is een situatie als bedoeld in het tweede lid, onder a, onder 1° tot en met 8°.
Goudjakhals
Ook de inmiddels in Nederland aanwezige Goudjakhals komt onder het ”basale beschermingsregime” van artikel 11.54 van het Bal vallen. ”Provincies hebben gevraagd de goudjakhals als beschermde diersoort in de Nederlandse wetgeving op te nemen om zo een formele wettelijke basis te hebben om bij schade door de goudjakhals tot schadevergoeding over te kunnen gaan.” De provincies hebben geen enkele boodschap aan de bescherming van dieren; het gaat hen er om dat de subsidietrog waaruit de veeboeren schransen gevuld blijft.
”De goudjakhals staat op bijlage V van de Habitatrichtlijn, maar was als ‘nieuwkomer’ nog niet opgenomen op bijlage IX bij het Besluit activiteiten leefomgeving.” Met de amvb wordt de goudjakhals aan bijlage IX toegevoegd.
Update 1 - Ontwerpbesluit
Op 6 juni 2025 wordt via aanbiedingsbrieven de algemene maatregel van bestuur (AMvB) over de definitie van probleemwolf en over de nationale bescherming van wolf en goudjakhals bij beide Kamers van het Parlement ‘voorgehangen’. 1 Voorhang is een controleprocedure en de volgende stap in de totstandkoming van de AMvB. Ontwerpbesluiten worden aan de Kamers der Staten-Generaal voorgelegd, nadat ze zijn opgesteld en goedbevonden door de ministerraad, maar vóór advisering door de Raad van State. De Kamers kunnen dan nog wijzigingen aanbrengen. De periode duurt 4 weken. Deze periode van ‘voorhang’ bij beide Kamers gaat in op 10 juni en eindigt op 8 juli 2025.
Na de voorhang zullen de concept-AMvB naar de Raad van State worden verzonden voor advies. De Raad van State zal om een spoedbehandeling worden verzocht. Separaat aan de voorhang zal een Nota van antwoord worden opgesteld als reactie op de internetconsultatie.
Demissionair BBB-staatssecretaris Rummenie van LVVN heeft haast, want door de val van het kabinet komt zijn ‘nalatenschap’ van de wolveninquisitie in gevaar.
Vooral de ‘Nota van toelichting’ laat zien dat Rummenie het zo eenvoudig mogelijk wil maken om wolven af te schieten. Het ‘eigen-soort-eerst’-denken van Rummenie is van een kortzichtige, simplistische, banale kwaadaardigheid:
”Nederland is een dichtbevolkt land, wat betekent dat er manieren moeten worden gevonden om te zorgen dat mensen en hun huisdieren en vee veilig kunnen leven en werken, zoveel mogelijk zonder angst voor wolven en zonder aanvallen door wolven.”
”Maar ook, en nog belangrijker, dat de toename van wolven en hun groeiende verspreidingsgebied steeds groter wordende sociaaleconomische uitdagingen meebrengt. Dat vraagt om mogelijkheden om meer maatregelen tegen wolven te nemen.”
”Die specifieke aanvullende regels strekken ertoe het bevoegde gezag – gedeputeerde staten van de provincie – betere handvatten te bieden om een omgevingsvergunning te verlenen voor het doden van ‘probleemwolven’. Het gaat bij ‘probleemwolven’ om nauwkeurig in het Bkl omschreven gevallen. Bij ‘probleemwolven’ is de dreiging voor mensen en gehouden dieren nog ernstiger dan in de gevallen die worden aangemerkt als ‘probleemsituatie met een wolf’. Het gaat onder meer om situaties waarbij zich meermaals een probleemsituatie heeft voorgedaan, en vervolgens aversieve conditionering niet heeft gewerkt of niet mogelijk is gebleken.”
”Ook wordt het door de aanvullende specifieke beoordelingsregels met betrekking tot wolven eenvoudiger om in het kader van het voorkomen of aanpakken van een probleemsituatie met een wolf, een omgevingsvergunning voor een flora- en fauna-activiteit te verlenen voor het vangen van een wolf indien dat vangen is bedoeld voor het zenderen van een wolf om deze te kunnen volgen, of voor het overbrengen van een wolf naar een ander gebied.”
”De omgevingsvergunning voor een flora- en fauna-activiteit ten behoeve van het doden van probleemwolven of het vangen van wolven hoeft niet per geval te worden verleend, maar kan voor een langere periode worden verleend aan één of meer daarvoor door gedeputeerde staten aangewezen personen met specifieke kennis van en vaardigheid met de uitvoering van handelingen met betrekking tot wolven.”
”Bij een probleemsituatie met een wolf zal - door de beperktere bescherming van artikel 11.54 van het Bal - zonder omgevingsvergunning voor een flora- en fauna-activiteit verjaging of verstoring van een wolf kunnen plaatsvinden.”
Het is duidelijk waar de focus en wensen van Rummenie liggen:
- de beschermde status van de wolf moest omlaag,
- de vergunningverlening moet makkelijker en sneller,
- een landelijk deskundigenteam moet uit ja-knikkers bestaan en de landbouw moet er in vertegenwoordigd zijn,
- een wolf en zijn of haar gedrag moeten snel in de categorie ‘probleem’ vallen,
- het moet makkelijke worden om te handelen vanuit openbare orde- en veiligheidsperspectief,
- de staat van instandhouding van de wolf moet links om of rechtsom als gunstig worden beoordeeld,
- ook de Noordwest-Europese Wolvensamenwerking heeft als voornaamste doel om tot dat oordeel te komen,
- het aanmelden van leefgebieden van de wolf als Natura 2000-gebied bij de Europese Commissie gaat Rummenie zolang mogelijk vertragen, tot 2029,
- daarnaast gaat Rummenie bij de Europese Commissie ook nog bedelen om maatwerk voor Nederland: ”Voor alle bovenstaande acties is Nederland gebonden aan de Habitatrichtlijn en het Verdrag van Bern. Deze regels worden door het kabinet ervaren als knellend en niet passend bij de Nederlandse situatie, als klein en dichtbevolkt land. Daarom wordt in Brussel gepleit voor meer mogelijkheden voor maatwerk.”
Over alle andere aangekondigde maatregelen van zijn ‘Landelijke aanpak’ - Landelijk Team Veebescherming, Europese fondsen, Invulling open norm Besluit houders van dieren, Instelling Landelijk Informatiepunt Wolf - blijft Rummenie uiterst vaag. Die hebben zijn interesse ook niet, afschot moet de norm worden.
Update 2 - Controversieel verklaren?
Mogelijk komt er toch nog een kink in de kabel voor Rummenie’s satanische plannen.
18 Juni 2025 (11:15 - 12:45) vindt er een ‘Extra procedurevergadering commissie LVVN (groslijst controversieel verklaren)’ plaats. 1 De ‘groslijst’ bevat alle bij de Commissie Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur aanhangige wetsvoorstellen (inclusief initiatiefwetsvoorstellen), notities en brieven van de regering, en initiatiefnota’s, ten behoeve van het eventueel ‘controversieel verklaren’ van zaken.
De commissie kan aan de plenaire vergadering voorstellen om een of meer zaken uit deze lijst niet verder te behandelen met het demissionaire kabinet. Over het al dan niet controversieel verklaren van een zaak wordt op basis van een gewone meerderheid beslist.
Nadat de commissie heeft bepaald welke zaken volgens haar als controversieel moeten worden aangemerkt, worden deze op een verzamellijst geplaatst, die plenair (= voltallig) zal worden behandeld.