Inhoud
Drenthe schiet damherten dood
Op 29 april 2025 berichtte RTVDrenthe dat de provincie na een melding twee damherten heeft laten afschieten in de buurt van Rhee. 1 Volgens de provincie zou het om ontsnapte of uitgezette herten gaan. In dat geval zouden de dieren een ‘eigenaar’ moeten hebben, die de dieren ongetwijfeld graag levend terug had gezien.
De kwalificatie ‘verwilderde’ damherten in plaats van ‘wilde’ damherten wordt wel vaker door provincies van stal gehaald, zodat hun jagers zonder al te veel papieren rondslomp hun bloedlust kunnen botvieren op onschuldige dieren.
Het bericht vermeldt dat in Drenthe een nulstand geldt voor damherten, maar nulstandbeleid voor een beschermde inheemse diersoort als doel op zich mag helemaal niet. Zie: RECHTER: NULSTAND WILDE ZWIJNEN MAG NIET
Animal Rights en Fauna4Life gaan het afschieten van damherten in Drenthe, onder andere via een Woo-verzoek en een pro forma bezwaarschrift, tot op de bodem uitzoeken en beraden zich daarna op vervolgacties.
Update
Documenten die Animal Rights via een informatieverzoek onder de Wet open overheid verkreeg, scheppen meer duidelijkheid over de gang van zaken:
Op 23 april 2025 tegen het middaguur meldt iemand van Herenboeren Hof van Rhee dat een tweetal damhertbokjes op hun land rondloopt, dat ze gedumpt en nagenoeg handtam lijken te zijn en de (kool)aanplant opeten en ook het voer van de varkens. Men wil weten of men de damherten mag verjagen of dat ze uitgezet kunnen worden.
Uit een email op 25 april van directe omwonenden blijkt dat er direct tot afschot werd overgegaan:
”“Daarbij roept het extra vragen op dat er binnen enkele uren na de melding is overgegaan tot het schieten van de dieren.”
Op 28 april 2025 melden de schutters aan de provincie:
“We hebben 2 zeer tamme damherten geschoten in Rhee. Waarschijnlijk gedumpt aangezien ze erg bedelen om voer en na aanroepen kwamen ze op een draf naar ons toegelopen. Er was geen eigenaar bekend volgens de politie.
Aangezien onze opdracht hierin voorziet hebben we ze weggenomen.”
En een dag later, op 29 april 2025:
“Ik lees in de brief dat wij direct overgegaan zijn tot afschieten… dit is niet geheel correct. Ik heb de herten meerdere keren gezien en als tam bestempeld. Navraag bij de politie gaf geen eigenaar of vermissing van damherten, waarop besloten is deze 2 weg te nemen conform ons beleid.”
De lafheid en gewetenloosheid van jagers - in dit geval boa's/politie met jachtakte - is algemeen bekend; wat voor een monster moet je zijn om dieren te vermoorden die handtam zijn en om voedsel bedelend naar je toekomen gelopen?
Maar dat is dus al het ‘onderzoek’ dat is verricht naar de herkomst van deze twee herten, een telefoontje naar de politie. De provincie verdedigt zich door te verwijzen naar het eigen nulstandbeleid:
”In 2018 is aan Buitengewoon opsporingsambtenaren (Boa’s) en politieagenten met een jachtakte opdracht gegeven om de omvang van de populatie van grote evenhoevigen (damhert, edelhert en wild zwijn) te beperken tot nul. Deze opdracht geldt nog steeds.”
Dit nulstandbeleid is vastgelegd in het Flora- en faunabeleidsplan 2014 en is voor onbepaalde tijd geldig. Vervolgens werd het nulstandbeleid bekrachtigd in een opdracht die dateert van 17 juli 2018 (kenmerk 29/VTH/2018001868) en zijn er zeven Boa’s en politieagenten aangewezen voor het handhaven hiervan.
De rechter heeft echter in een zaak in Utrecht bepaald dat nulstandbeleid niet mag. Het nulstandbeleid op zichzelf is geen doel. Er moet aangetoond worden dat een nulstand nodig is, voor bijvoorbeeld schadebestrijding of de verkeersveiligheid, volgens de eisen die de wet daaraan stelt. Dit moet dan ook onderbouwd worden met objectieve onderzoeksgegevens.