Inhoud
Gerechtelijke dwaling maakt executie Veluwse wolf mogelijk
Animal Rights is woedend en vindt de uitspraak van de voorzieningenrechter, die het doodvonnis van de Veluwse wolf bekrachtigt, schandalig slecht gemotiveerd. De rechter kwam al angstig en weifelachtig over tijdens de zitting toen ze het uitstel van executie overliet aan de provincie met de woorden: ”Die verantwoordelijkheid wil ik niet dragen. Ik wil dat de provincie hier voor in staat.” Met vergelijkbare lafheid veegt ze in de uitspraak nu haar eigen straatje schoon. Ze offert de wolf op om er van verzekerd te zijn dat haar bij een eventueel nieuw incident niets verweten kan worden.
Lees ook: Uitstel van executie voor vervolgde Veluwse wolf
En: ANIMAL RIGHTS MAAKT BEZWAAR TEGEN AFSCHOT WOLF OP VELUWE
Haar uitspraak laat zien dat ze niets heeft willen begrijpen van wat er aan argumenten en alternatieven zijn aangedragen door de organisaties die opkomen voor de wolf. Ze volgt blind de lijn van de provincie en haar huurling Erwin van Maanen:
” De voorzieningenrechter oordeelt dat het college voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat de betreffende (probleem)wolf individueel te identificeren is en dat er een noodzaak bestaat om tot afschot over te gaan vanwege de openbare veiligheid. Ook is de voorzieningenrechter van oordeel dat er geen minder verstrekkende alternatieven bestaan ter voorkoming van toekomstige incidenten die de openbare veiligheid raken.”
Haar motivatie van deze conclusie is ronduit zwak.
“In al onze jaren in rechtbanken vechtend voor de levens van dieren hebben we een dergelijke incompetentie en genadeloosheid slechts zelden gezien,” zegt Animal Rights adviseur Erwin Vermeulen.
Deze rechter heeft het doodvonnis bekrachtigd en we kunnen nu alleen hopen dat de wolf zich niet laat zien.
DNA
We weten via DNA dat er contact is geweest tussen de hardloopster en een wolf, die de code GW4655m heeft gekregen en recent Hubertus is gedoopt. Het is de eerste keer dat deze wolf via DNA is aangetoond, waardoor volstrekt onbekend is of deze wolf zich eenmalig, regelmatig of permanent in het park bevindt.
Deze genetische code geeft geen duidelijkheid over zijn uiterlijk. De beelden van na het incident zijn van dusdanig slechte kwaliteit dat onderscheidende uiterlijke kenmerken onvoldoende zichtbaar zijn.
Van Maanen geeft zelf in zijn rapport aan dat de mogelijkheid tot individuele identificatie en het vergelijken van verwante wolven op basis van uiterlijke kenmerken bemoeilijkt wordt door de beperkte beschikbaarheid en kwaliteit van het beeldmateriaal.
Vervolgens baseert hij toch allerlei conclusies op dat beeldmateriaal met als vertrekpunt één foto met een wolf in de verte, die ten tijde van het bijtincident zou zijn gemaakt.
De foto’s die in de pers verschenen na het bijtincident en vragen opriepen over de verhoudingen en dus de echtheid, ontbreken in beide rapporten van Van Maanen en het besluit van de provincie, zonder dat daar opheldering over wordt gegeven.
Dit DNA/deze wolf is dus niet te linken aan andere recente wolf ontmoetingen, laat staan aan een niet-schuwe wolf uit 2022. Toch houdt Van Maanen koppig aan zijn mening vast dat het telkens om dezelfde wolf gaat.
“Ik ga er vanuit dat Van Maanen is gecontracteerd met de verstandhouding dat de enige uitkomst van zijn advies afschot zou zijn,” Zegt Vermeulen. “Het zou me niet verbazen als Van Maanen zijn dertig zilverlingen binnenkort incasseert in de vorm van door het Nationaal Park Hoge Veluwe te worden aangesteld om de wolven daar te monitoren.”
De rechter doet er niets mee:
”De voorzieningenrechter heeft wat betreft de individuele identificeerbaarheid geen aanleiding om aan te nemen dat de rapporten van EcoNatura op dit punt onzorgvuldig tot stand zijn gekomen, nu de redeneringen begrijpelijk en te volgen zijn (en ook te controleren aan de hand van de foto’s) en de getrokken conclusies daarop aansluiten.”
Adviezen niet opgevolgd
Het DNA geeft aan dat er contact is geweest, maar niet wat daarvan de oorzaak is.
Het advies om bij een ontmoeting met een wolf niet (weg) te rennen, de wolf aan te blijven kijken, door spreken je aanwezigheid te bevestigen en rustig de situatie/lokatie te verlaten, zijn niet opgevolgd.
Uit haar verhoor blijkt dat de vrouw bij het zien van de wolf is omgedraaid en weggerend.
De rechter negeert dat:
” De voorzieningenrechter komt samenvattend tot de conclusie dat het college voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat de betreffende (probleem)wolf individueel te identificeren is en dat de betreffende (probleem)wolf in ieder geval tijdens het bijtincident op 13 april 2025 afwijkend gedrag vertoonde. Daarnaast is het aannemelijk dat deze (probleem)wolf ook op andere momenten niet-schuw gedrag vertoonde richting mensen. Gelet daarop bestaat er een noodzaak om in te grijpen vanwege de openbare veiligheid.”
Onduidelijkheid over wolven in park Hoge Veluwe
Het enige andere DNA van een wolf die tot de speculatieve Hoge Veluwe-roedel zou behoren, komt van een haar en een haarzakje gevonden aan het hekwerk van het park, het meest recente sample dateert van 2023. Deze wolf, GW2087m, zou de vader van GW4655m zijn.
De meningen die ‘deskundige’ Van Maanen te berde brengt en de foto’s die hij presenteert, kunnen op geen enkel wijze aan het DNA gekoppeld worden van deze vader en zoon.
In de meeste recente voortgangsrapportage ‘Wolvenmonitoring 18 mei - 15 oktober 2024’ zegt dé Nederlandse wolvenmonitoringsorganisatie BIJ12 dan ook: “Het is onduidelijk hoeveel wolven er momenteel op de Hoge Veluwe aanwezig zijn en welke individuen dit zijn. […] Het is daarmee onduidelijk of de wolf die eerder in de gebieden grenzend aan de Hoge Veluwe via haarmonsters is vastgesteld (GW2087m) nog aanwezig is in dit gebied.”
De rechter negeert het en blijft spreken over een roedel met GW2087m als de vader van huidige en toekomstige nakomelingen.
Alleen DNA geeft zekerheid, uiterlijke kenmerken en gedrag misleiden
Hoe onverantwoord het is om conclusies te trekken uit uiterlijke kenmerken bleek in de zaak van wolf ‘Bram', GW3237m, op de Utrechtse Heuvelrug, die interesse toonde in honden. Op basis van uiterlijke kenmerken en gedrag werd ‘Bram’ aangeduid als een solitaire wolf die onafhankelijk leefde van een roedel met welpen.
De BIJ12 voortgangsrapportage ‘Wolvenmonitoring 16 februari – 17 mei 2024’ vermelde: “Op wildcamerabeelden is op basis van uiterlijke kenmerken naast de solitaire wolf GW3237m ook een ouderpaar vastgesteld.”
De ‘experts’ van de zoogdiervereniging schreven op 14 oktober 2024 in het ‘Plan van Aanpak’ voor ‘Bram': “Wolf GW3237m kan uitgesloten worden als vader van dit roedel. Daar zijn twee redenen voor. De vader van de roedel (het volwassen mannetje) is op camerabeelden samen met de teef (het volwassen vrouwtje) herkend door deskundigen betrokken bij monitoring en het Wolvenmeldpunt als een andere wolf op basis van individuele uiterlijke kenmerken.”
Over het gedrag van wolf Bram schreven deze ‘experts’: “De doorslaggevende reden om te oordelen dat GW3237m niet de vader van de roedel is, is het gedrag van deze wolf. Het ongewenste gedrag (opzoeken van honden en negeren van mensen) van GW3237m is blijven voortduren in de periode dat op de Utrechtse Heuvelrug met zekerheid jonge wolven aanwezig waren.”
Op 23 oktober 2024, vlak voor de hoorzitting over de bezwaren van Animal Rights en Faunabescherming tegen het vangen, zenderen en paintballen van wolf ‘Bram’, bleek op basis van DNA deze solitaire wolf toch de vader te zijn van de welpen van de wolvenroedel op de Utrechtse Heuvelrug.
De rechter wuift het weg en roept daarbij haar eigen gebrek aan kennis in:
”Van Malssen, Lelieveld en Vermeulen voeren op dit punt, zakelijk weergegeven, aan dat wolven visueel moeilijk van elkaar te onderscheiden zijn, zeker als het nestgenoten betreft. Van Lelieveld verwijst ter onderbouwing van dit standpunt nog naar beelden van de in provincie Utrecht opererende wolf “Bram”, die laten zien dat uiterlijke kenmerken door lichtval, houding of weersomstandigheden een behoorlijke variatie vertonen. Ook Vermeulen merkt op dat op basis van uiterlijke kenmerken veel fouten worden gemaakt en dat dit eerder al is gebleken in Utrecht bij wolf Bram. Hij wijst verder op de meest recente voortgangsrapportage van BIJ 12, waaruit blijkt dat niet duidelijk is of de vaderwolf nog in het park aanwezig is.
[…]
De vergelijking met wolf Bram kan de voorzieningenrechter niet maken, omdat zij de zaak Bram op dit punt onvoldoende kent.”
Andere maatregelen
Ongeacht welke wolf verantwoordelijk is voor het bijtincident, had de escalatieladder gevolgd dienen te worden. Dat betekent dat er minder ingrijpende maatregelen mogelijk zijn om eventuele toekomstige problemen te voorkomen.
De provincie negeert ook haar eigen faunabeheerplan Wolf 2025-2030, waarin onder andere staat: “Het doden van de wolf is de meest extreme maatregel die genomen kan worden en wordt altijd als laatste stap in de escalatieladder toegepast.
Voorafgaand aan deze beslissing worden verschillende handelingen en maatregelen geprobeerd. De conclusie dat er geen alternatieve maatregelen meer mogelijk zijn, wordt genomen door het eerdere benoemde deskundige wolvencomité bestaande uit het bevoegd gezag, de FBE, valwilddeskundigen en twee wolvengedragsdeskundigen.”
De rechter gaat nergens in haar betoog in op de escalatieladder, het wolvenplan, of faunabeheerplan wolf.
Park heeft geen maatregelen genomen
Het incident is inmiddels meer dan een maand geleden zonder dat er nieuwe problemen zijn geweest. Nationaal Park Hoge Veluwe heeft geen maatregelen getroffen - (gedeeltelijke) sluiting, hardloop- en fietsverbod, hondenverbod, verbod om voedsel mee naar binnen te nemen, etc - en informeert haar gasten ook niet over het ‘bijtincident’, of dat er een ‘probleemwolf’ zou rondlopen.
Staat van instandhouding
Alleen de leugen van de provincie dat de wolf in een gunstige staat van instandhouding zou zijn, weet de rechter door te prikken. Waarschijnlijk enkel, omdat Van Maanen dat tijdens de zitting al toe moest geven. De rechter verbindt er echter geen conclusies aan:
”Verzoeksters hebben in bezwaar wel terecht aangevoerd dat het college in de omgevingsvergunning ten onrechte heeft overwogen dat de staat van instandhouding van de wolf in Nederland gunstig is. De voorzieningenrechter ziet daarin geen aanleiding om een voorlopige voorziening treffen. De voorzieningenrechter is namelijk van oordeel dat het college, ondanks de ongunstige staat van instandhouding van de wolf in Nederland, toch de omgevingsvergunning mocht verlenen. Het college moet dit wel beter gaan motiveren in de nog te nemen beslissing op bezwaar.”
Die beslissing zal wel op zich laten wachten en de gevolgen van de onkunde en kwaadwillendheid van deze rechter zijn daarmee waarschijnlijk onherstelbaar.
De hetze tegen wolven
Het bijtincident was de aanleiding voor deze zaak, niet de motivatie.
Provinciale en landelijke BBB-bestuurders, jagers en veeboeren en de opzichters van jachtlandgoederen als Nationaal Park Hoge Veluwe en Den Treek worden gedreven door een blinde haat voor de wolf en een obsessie met het kunnen afschieten van de dieren. ‘Openbare veiligheid’ wordt er als drogreden bijgesleept. Deze rechter trapte daar met open ogen in.
De krachten achter de demonisering van de wolf zullen het hier niet bij laten. Ze zullen gemeenschapsgeld blijven verkwisten aan gewillige ‘deskundigen’ en dure advocatenkantoren om de trekker te kunnen blijven overhalen en hun bloeddorst te lessen.
Animal Rights zal opnieuw klaarstaan om de wolf te verdedigen.