Main content

Inhoud

Groen groen knollenland

Blog: 1 december 2019
Jacht

BLOG - Ik wilde het wel eens meemaken, een jachtsabotage. Puur uit journalistieke interesse en niet geheel objectief. Ongevraagd maar vreedzaam met een drijfjacht mee oplopen, het proces filmen en verder niks. Aan de wet houden, op de openbare weg blijven, niet ingaan op scheldpartijen en provocaties.

Wat is drijfjacht? Daarbij trekt een mannetje of vijftien als een kam door een weiland, ze maken lawaai en slaan met stokken op de grond en tegen houtwallen, totdat een haas het op een rennen zet, recht op de jagers af, die dan al met getrokken geweren verderop in de greppel staan te wachten. Ik zal nooit begrijpen wat er leuk aan is om zo’n prachtig dier te doden. En deze methode leek mij weinig heldhaftig.

Maar de klassieke jager met zijn mooie hond, die we halverwege de dag tegenkwamen en die zich wat afzijdig van de partij hield, die man had nog wel wat. Een oude, ervaren man, die niet zoals de industriële mens vlees wegwerkte alsof het aan de boom groeide, maar die zijn eigen vlees schoot. Uiteraard in een keer dood, maar dat was volgens hem slechts weinig jagers gegeven. Daarbij blikte hij meewarig in de richting van de jongere generaties verderop. Bij dit gesprek in de zon bleef het helaas niet.

Zelfs de leiding vanmorgen, van Animal Rights, had niet op zoveel agressie gerekend. Wij waren met tien man, de jachtpartij was ongeveer twintig man sterk. Gewone families, zo op het oog. Onze eerste ontmoeting, op een bospad, was nog aangenaam, als op een zondagwandeling. ‘Goedemorgen!’ ‘Goedemorgen!’ Toen hadden ze al een eerste haas te pakken. Later, bij een grazig veld, werd het grimmiger.

Een man en vrouw hadden hun peuter en hun kleuter meegenomen op de drijftocht. De peuter hing aan de borst bij opa, de kleuter sleepte een mitrailleurtje van plastic door het gras. We filmden het en dat vond papa niet leuk. ‘Ik waarschuw je nog een keer en dan...’ Na drie keer waarschuwen kwam hij erg dichtbij en begon hij te duwen. Ook dat filmden we en hij werd net op tijd verstandig en stopte. Zijn vrouw nam het daar over. ‘Lekker animals killen! Lekker animals killen!’ Middelvinger van opa, oma filmde ons, waarna ze met kinderen en mitrailleurtje op een stuk land verderop de drijfjacht vervolgden.

‘Een groen, groen knollen-, knollenland’, zong iemand naast mij zacht. We stelden ons weer op, als stille observateurs. De jachtopziener moest door onze aanwezigheid een paar keer de partij stilleggen. Ze doodden, denken we, uiteindelijk maar twee of drie hazen. Ze waren er niet tevreden over. En dat zou al snel blijken. Ze waren boos.

Eerst was er nog wel dat gemoedelijke gesprek met de oude jager. Hij begreep ons wel en hij zei dat hij bijvoorbeeld de afschot op de Oostervaardersplassen verschrikkelijk vond. Hij snapte ook dat we moeite hadden met de jacht op hazen, die meestal niet in een keer dood waren. Hazen waren hier in Oost-Gelderland niet schadelijk, zelfs dat gaf hij toe en je kon dieren ook met lasers of geluid van het land weren. Fijn. Eind goed al goed, dachten we. Maar niet dus.

Terwijl we na een paar uur terugliepen naar onze auto’s, geparkeerd in de berm, viel het ons al op hoeveel wagens ons ineens passeerden. En trekkers. Op hoge snelheid en vlak langs ons heen. Met opgestoken middelvingers achter de voorruit. Jagers? Maar die waren toch gaan lunchen? Boerenzonen. Opgetrommeld via een buurtapp? De gevreesde Farmers Defence Force? Verderop blokkeerden ze de weg. Bij onze auto’s wachtten ze ons op. Dertig man sterk. Stuurse tiepjes. Sommigen hadden een verwilderde blik in de ogen, anderen staarden juist verlegen naar de grond, volgzaam aan hun leiders. Deze leiders wilden ‘alleen praten’. Maar het werd nooit echt een gesprek.

Onze voorvrouw zei dat we hier alleen maar waren voor de dieren. Ze lachten en begonnen over onze auto’s. ‘Nee, da’s lekker voor het milieu!’ ‘We zijn hier niet voor het milieu, maar voor de dieren.’ Ze lieten ons gaan, maar achtervolgden ons en reden ons twee kavels verderop weer klem. Naar binnen turen. Nog wat langer turen. Overleggen. Opnieuw lieten ze ons gaan, maar begeleidden ons tot op de snelweg, waarna ze eindelijk verdwenen. Dachten we. Maar eerst koffie bij La Place. De adrenaline zakte al wat. We konden weer lachen, bekeken de filmpjes.

Misschien, zei iemand, zou het beter zijn als we in Den Haag echte leiders hadden. Geen stemmenverzamelaars, maar verbinders, die een brug bouwden in plaats van de tegenstellingen tussen land en stad steeds verder op scherp te zetten en boeren aanmoedigden de ‘hogedrukspuit’ op activisten te zetten en hun auto’s op ‘de platte kar’ te zetten en ermee weg te rijden. We hadden al wel een klein bruggetje gebouwd. Met de oude jager, maar voorlopig zat er niets anders op dan doorgaan, en volgende week zou er gewoon weer een vreedzame huntsab zijn.

Wel moesten een paar van ons nog even terug het land in. Een saboteur was met het OV gekomen en haar OV-fiets stond nog in de velden. Ik was daar niet meer bij, maar op de app kon ik volgen dat daar toch weer de boze escorte opdook. Ze volgden onze vrienden tot aan het treinstationnetje, waar de sfeer naar verluid nog weer wat grimmiger werd. Ook was er toen politie, die onze vrienden wegbonjourden, uit een streek waar we volgens de boerenzonen niks, maar dan ook helemaal niks te zoeken hadden.

Oprotten moesten we. Het groene knollenland was van hen en alle hazen waren ook van hen. Zonder boer geen eten. En kwam niet aan hun jagers. Die hadden, ondanks ons, toch maar fijn wat geschoten. Al hadden volgens het kinderliedje de hazen die deze dag overleefden dit wel verdroten.

  • Jeroen Siebelink is onderzoeksjournalist en publiceerde onlangs de roman Pels, over de zoon van een pelsdierenfokker die zich ontwikkelt tot dierenbevrijder.