Main content

Inhoud

Met een emmertje in de hand eenden rapen

Blog: 13 december 2017
Slacht

Zes jaar oud. Met een klein emmertje in mijn hand loop ik door een grote shuur. De schuur is warm, er hangen grote kachels. Overal om mij heen hoor ik het geluid van kleine kuikentjes. Het zijn eendjes van één dag oud: 14.000 in totaal. Ze zijn vandaag aangekomen.

Mijn vader liep met een hooivork, ik met een emmer.

Eenden rapen

Zo'n twee keer per dag liep mijn vader door onze schuren. Soms liep ik met hem mee. Ons doel: kijken of er gewonde en dode dieren zijn. Mijn vader liep met een hooivork, ik met een emmer. "Eenden rapen", zo noemden we het. Op een vleeseendenbedrijf op de rand van de Veluwe.

Zieke en doden eenden konden niet tussen de rest van de eenden blijven liggen. Dode dieren kunnen namelijk stank veroorzaken en ziektes verspreiden. De dode eenden gingen in een ton. Deze ton werd regelmatig opgehaald door de milieudienst van de gemeente.

Geen waarde

Naast dode dieren zag ik ook veel zieke dieren. Eenden die te klein of te zwak zijn om te overleven, eenden met een groeistoornis, of eenden die te lang op hun rug hadden gelegen en niet meer op konden staan. Deze dieren werden aan hun lot overgelaten: sterven van de honger of dorst, of gewoon wachten tot ze doodgaan. Ze hebben namelijk alleen een economische waarde, geen andere waarde. Een veearts heb ik nog nooit gezien. Soms werd er niet eens gewacht tot de zieke dieren doodgingen, maar werden ze in de ton tussen de dode dieren gegooid. Ze zouden immers toch al dood gaan, net zo makkelijk.

Te zwak

In Nederland worden zo'n 8 miljoen eenden per jaar geslacht. Al deze dieren zitten in dichte schuren, zonder daglicht en zonder mogelijkheid om te zwemmen. Animal Rights heeft 11 maanden lang onderzoek gedaan naar eendenfokkerijen in Nederland. De beelden spreken voor zich: zieke, stervende en zwakke dieren, te zwak om nog op te staan om te eten of drinken.

Ze sterven van honger, dorst of ziekte, voordat ze überhaupt geslacht kunnen worden.

Niks veranderd

Hun lot is duidelijk: ze sterven van honger, dorst of ziekte, voordat ze überhaupt geslacht kunnen worden. De rit naar het slachthuis is overigens het enige moment dat ze daglicht zullen zien. Het is moeilijk naar deze beelden te kijken. Ik denk: "Daar liep ik ook. Ik ruik de geur van stro en mest weer en hoor het gekwaak overal om mij heen.“ En dan de realisatie: er is nog niks veranderd. Hetzelfde dierenleed vindt na 20 jaar nog steeds plaats.

Dierenleed went niet

Om deze, en andere redenen, probeer ik als campagnemedewerker voor Animal Rights mensen dagelijks bewust te maken van al het dierenleed wat achter gesloten deuren plaatsvindt. Veel mensen zijn verbaasd over mijn achtergrond: een boerendochter. Hoe kan dat? Ik groeide op tussen boerderijen. Je zou er aan gewend moeten raken, maar dat ben ik niet. Het heeft mij juist in doen zien dat we zo niet langer door kunnen gaan.

Jessica Smit, campagnemedewerker van Animal Rights