Inhoud
Jagers tegen afschot ganzen op nest; de hypocrisie van moordenaars
Op verzoek van de provinciale overheid schieten ‘ganzenbestrijdingsteams’ van Natuurmonumenten in het voorjaar broedende ganzen van het nest. Ook worden ganzen die in de rui zijn – wanneer ze hun veren wisselen en niet kunnen vliegen – bijeengedreven en vergast. Dit is al jaren provinciaal gebruik naast het vol met hagel pompen van overvliegende ganzen door het reguliere jagerstuig.
Een van hen, tevens BBB-Statenlid in Zuid-Holland, Heidi Looij zegt daarover tegen ‘Agraaf’: “Onweidelijk om zoiets te doen. Jagers schieten niet op broedende ganzen. Maar Natuurmonumenten doet het wel. Want het mag, is hun argument. Animal Rights, Fauna4Life en andere dierenrechtenorganisaties hoor je nu niet, ongelooflijk.”
In een adem en zonder enige schaamte verdedigt Looij verder de massamoord op ganzen: “Er zijn er veel te veel in Nederland. Met alle schade aan landbouwgrond van dien en neveneffecten als botulisme, blauwalg en vogelgriep.”
Looij is dus niet tegen xenocide, maar het moet wel ‘netjes’ gebeuren. Dat is ook waar ‘weidelijkheid’ voor staat: je bloedlust botvieren op onschuldige, sentiente wezens, maar wel volgens zelf-opgestelde regeltjes.
Waarom hoorde je Animal Rights niet (tot nu dan)? Looij meldt zelf al dat de Koninklijke Nederlandse Jagersvereniging en de Nederlandse Organisatie voor Jacht en Grondbeheer (NOJG) in geweer zijn gekomen tegen de methode. Als gewetenloze jagers de methode van Natuurmonumenten al onaanvaardbaar vinden, kunnen dierenrechten- en natuurbeschermingsorganisaties hun beperkte tijd en middelen wel elders benutten.
Bij de jagersclubs klinkt dezelfde hypocrisie als bij Looij: broedende ganzen van het nest schieten en het vergassen van ruiende ganzen heeft volgens beide jagersverenigingen niets met jagen of jagers te maken. Maar de jagers willen wel een uitbreiding van hun schietseizoen met de nazomer, naast herfst en winter: “Dat is de tijd waarin de ganzen geen eieren of jongen meer verzorgen, terwijl de vraag naar wild in restaurants, winkels en bij particulieren op haar jaarlijkse hoogtepunt is;” naast hypocriet tevens opportunistisch.
De reactie van Natuurmonumenten: ”We beheren ganzen enkele dagen in het vroege voorjaar (maart) als ze koppels vormen en ook als ze net op een nest zitten. De reden om dat te doen is dat we in totaal veel minder ganzen hoeven te doden. Als we 20 broedparen schieten in het voorjaar voorkomt dit dat we minstens 200 ganzen moeten schieten in het najaar voor eenzelfde resultaat. Daarbij schieten we nooit op dieren die al jongen hebben en controleren we altijd of het dier daadwerkelijk is gedood.”
Het is de kille logica van de vervolgers van wilde dieren. Het is als een discussie tussen twee seriemoordenaars over wie het meest humaan met zijn of haar slachtoffers omgaat, volstrekt negerend dat de moorden zelf immoreel zijn.
De Vogelbescherming concludeerde vorig jaar in haar blad ‘Vogels’ (Winter 05/2024) dat ”Nederlands ganzenbeleid jammerlijk mislukt” is. Het afschieten van ganzen helpt niet, maar er is een structurele oplossing: “Een land krijgt de natuur die het verdient, dus als wij zo ontzettend veel eiwitrijk gras verbouwen met onze intensieve landbouw, dan passen daar ook grote aantallen ganzen bij. Alleen wanneer we onze landbouw structureel op een extensievere leest schoeien, komt er meer balans tussen cultuur en natuur.”