Main content

Inhoud

Vos en kraai als zondebok voor neergang weidevogels: Drenthe

Nieuws: 20 juni 2025
Jacht

Op 31 januari 2025 dienden Fauna4Life en Animal Rights bezwaar in tegen het besluit van het college van gedeputeerde staten van Drenthe van 20 december 2024 om aan de faunabeheereenheid (FBE) Drenthe een omgevingsvergunning te verlenen voor het doden van vossen en zwarte kraaien ter bescherming van boerenlandvogels in zes weidevogelclusters in Drenthe. Vossen en zwarte kraaien kunnen daar met deze vergunning worden gevangen en gedood tussen 1 december en 30 juni en rondom de clustergebieden is een bufferzone van drie kilometer. De vergunning loopt tot en met 31 december 2029.

Het staat niet ter discussie dat het slecht gaat met boerenlandvogels. Wat wel ter discussie staat is de vraag of de staat van instandhouding van boerenlandvogels door het doden van predatoren verbetert. In het onderhavige geval stelt het college zich op het standpunt dat het jaarlijks, dag en nacht tussen 1 december en 30 juni vangen en doden van een onbeperkt aantal vossen en zwarte kraaien in door het college aangewezen gebieden een bevredigende oplossing is om boerenlandvogels te beschermen.

Animal Rights en Fauna4Life stellen daarentegen dat predatie van boerenlandvogel(legsel)s door vossen en zwarte kraaien niet de oorzaak is van de achteruitgang van boerenlandvogels en het vangen en doden van vossen en zwarte kraaien in deze beheergebieden het probleem niet oplost.

Alle deskundigen zijn het eens over wat dan wel de oorzaak van de achteruitgang van boerenlandvogels is: boerenlandvogels hebben nauwelijks nog geschikt leefgebied om te broeden en hun kuikens met succes te laten opgroeien. De belangrijkste schuldige: de intensieve melkveehouderij.

Lees ook: Kauw en kraai als zondebok voor neergang weidevogels: Wieringen

Vogelbescherming: 1
“Weidevogels zijn grondbroeders: ze maken hun nest op de grond en zitten daar een kleine maand op te broeden. Hun kuikens zijn nestvlieders en scharrelen zelf gedurende een maand hun kostje op de grond bij elkaar. Dat betekent dat grondbroeders zo’n twee maanden lang kwetsbaar zijn voor predatie, niet alleen door roofvogels, maar ook door zoogdieren als vossen en marterachtigen. Predatie kan een probleem zijn, maar het is niet de belangrijkste oorzaak van de teruggang van weidevogels. Dat blijkt uit tal van wetenschappelijke studies. Het grootste probleem voor de weidevogels is het verdwijnen van geschikt leefgebied door het steeds intensievere gebruik van het boerenland. De grootschalige weidelandschappen met een te lage grondwaterstand en eentonig raaigras dat vaak en vroeg in het jaar gemaaid wordt, bieden weidevogels te weinig voortplantingskansen. Maar ook stadsuitbreiding, wegenaanleg en de toenemende recreatie kunnen op gebiedsniveau belangrijke negatieve factoren zijn.”

”Goede weidevogelgebieden zijn de afgelopen decennia steeds schaarser geworden. Om de weidevogels te redden is het dan ook een absolute voorwaarde dat er meer geschikte bloemrijke weilanden komen waar kuikens veilig zijn en voldoende voedsel kunnen vinden.”

”Standpunt
Als predatoren beschermde nesten leeghalen is dat zeer frustrerend voor de boeren, vrijwilligers en natuurbeschermers die zich gepassioneerd voor weidevogels inzetten. Vogelbescherming begrijpt deze frustratie. Anderzijds kunnen we als natuurbeschermingsorganisatie niet om het feit heen dat predatie een natuurlijk fenomeen is.
• Als er voldoende geschikt leefgebied is voor weidevogels en hun kuikens dan zou predatie geen gevaar voor het voortbestaan van de soort moeten zijn. (…)
• De inspanning in Nederland moet vooral gericht zijn op het vergroten en verbeteren van leefgebied van weidevogels, te beginnen in deze kerngebieden. Dat betekent een hoog waterpeil, voldoende openheid en rust, voldoende oppervlakte kruidenrijk grasland en voldoende kuikenland.
• Het bestrijden van predatoren begint bij maatregelen zoals het landschap ongeschikter maken voor predatoren en door predatoren te weren, bijvoorbeeld met tijdelijke rasters of schrikdraad.
Het actief bestrijden van inheemse predatoren, zoals vossen en kraaien, is volgens de Vogelbescherming alleen in uiterste gevallen een optie. Daarvoor hebben we een afwegingskader opgesteld. Vóór alles geldt: werk uitsluitend op basis van systematisch verzamelde feiten en de best beschikbare kennis. Eerst doordenken, dan pas doen en altijd de effecten monitoren.”

Sovon: 2
”Net als bij de Grutto lijkt de kuikenoverleving [bij de Kievit] het knelpunt te vormen. Voedselbeschikbaarheid en predatiekans zijn sterk bepalend voor het opgroeisucces van kievitskuikens en worden beinvloed door de opgroeihabitat. Hier moet voldoende voedsel in de vorm van bodeminsecten en regenwormen aanwezig zijn, maar deze moet ook voldoende bereikbaar zijn voor kievitskuikens. De voedselbeschikbaarheid wordt bepaald door onder andere de timing, type en mate van bemesting, waterpeil en vegetatiehoogte. Ook voor de kans op predatie is de opgroeihabitat van belang, omdat deze bepalend is voor de aanwezigheid en dichtheden van predatoren, evenals voor het al dan niet bieden van voldoende dekking.”

Altenburg en Wymenga in het A&W-rapport 1448: 3
”Maatregelen om predatie te verminderen hebben alleen zin als de kwaliteit van het broedhabitat goed is. Omdat het grootste knelpunt de kuikenoverleving is, betekent dat dat er voldoende kuikenland moet zijn (bij voorkeur op hoog waterpeil). De doorslaggevende betekenis van lang gras met een open structuur (kuikenland) voor Grutto's en Tureluurs vormt de les van 2006, toen door weersomstandigheden het maaien grootschalig werd uitgesteld tot begin juni en ook het boerengrasland een open structuur had. De goede habitatkwaliteit compenseerde kennelijk de predatieverliezen, wat leidde tot een goede reproductie.”

Dood geen predatoren, verbeter de leefgebieden!
De twee belangrijke factoren, waarvan de reproductie van boerenlandvogels afhankelijk is, zijn: het zogenaamde nestsucces en het zogenaamde broedsucces (ofwel kuikenoverleving). Een ei dient allereerst uit te komen (nestsucces) en vervolgens moet een kuiken vliegvlug worden (broedsucces) om uiteindelijk op te kunnen groeien tot broedvogel, wil de soort een kans maken om met succes te reproduceren.
Juist dat laatste, het broedsucces, blijkt in Nederland het knelpunt te zijn, met name door voedseltekorten in de bodem, hetgeen slechts verbeterd kan worden door de leefgebieden op orde te maken en een gezondere bodem en betere biodiversiteit te realiseren.

Het afschieten van predatoren als vos en kraai is zinloos.

Wat wel moet gebeuren legt de Vogelbescherming uit in het ‘Actieplan Grutto’ en Sovon in het rapport ‘Predatieproblematiek bij Weidevogels’.

Pas als aan alle criteria wordt voldaan en het gebied geschikt is voor weidevogels met een geschikt opgroeihabitat, pas dan kan de volgende stap - het monitoren van de reproductie om te beoordelen of er een probleem resteert en waardoor dat probleem wordt veroorzaakt - effect hebben.

Het is dus niet voor niets dat predatorenbeheer pas als laatste stap, met het doden van predatoren als ‘ultimum remedium’, wordt genoemd. Predatorenbeheer heeft in elk geval geen nut als het gebied nog niet op orde is.

Een vergunning kan alleen verleend worden als de maatregelen helpen (effectief zijn) om het doel te behalen. Als dat het geval is, dan moet eerst gekozen worden voor de minst ingrijpende maatregelen, ofwel andere bevredigende oplossingen, waarbij het doden van een diersoort altijd het laatste redmiddel dient te zijn.

Zolang een bevredigende oplossing nog niet of onvoldoende is uitgevoerd, kan niet tegelijkertijd een meer ingrijpende maatregel worden toegestaan. Dat kan pas zodra na uitvoering van die minder ingrijpende maatregel blijkt dat deze niet of slechts deels bevredigend is, waarna (slechts) voor het resterende probleem de meer ingrijpende maatregel mag worden uitgevoerd en mits ook aan de andere wettelijke voorwaarden wordt voldaan.

In het onderhavige geval kan niet gesproken worden van een ‘resterend’ probleem, omdat andere (gedeeltelijk) bevredigende oplossingen niet voldoende zijn uitgevoerd of niet eens zijn beoordeeld. In het eerste geval betreft het het geschikt maken van leefgebieden voor boerenlandvogels, in het tweede geval betreft het maatregelen zoals het verwijderen van rustplaatsen voor zwarte kraaien en het plaatsen van voswerende rasters.

Is er nog hoop voor de boerenlandvogels?
Animal Rights en Fauna4Life concluderen dat, als het al mogelijk is om, ondanks de intensieve landbouw, het uitsterven van diverse soorten boerenlandvogels een halt toe te roepen - en dat hopen zij van harte - de focus geheel moet worden gelegd op het verbeteren van het leefgebied van boerenlandvogels en dat gebeurt in elk geval niet zolang de aandacht blijft gaan naar het vangen en doden van andere beschermde diersoorten, terwijl de ervaring leert dat de stand van de boerenlandvogels daardoor niet verbetert. Deze problematiek moet zo snel mogelijk anders worden aangepakt, niet alleen omdat het college daartoe juridisch verplicht is, maar ook omdat er anders geen weg terug meer is voor de boerenlandvogels.

Als provincies (en rechters) hun oor blijven laten hangen naar boeren en jagers in plaats van te luisteren naar natuurbeschermingsorganisaties is het over en uit voor de boerenlandvogels in Nederland.

Ecoloog Jaap Mulder noemde het huidige weidevogelbeleid in een recent interview met het NRC ”stervensbegeleiding”. 4 Natuurbeheer, zegt hij, is het vertragen van de achteruitgang. En de weidevogel is volgens hem het redden voorbij – behalve misschien in natuurreservaten.

”De weidevogel wordt bedreigd door de landbouw, niet door roofdieren. Het weiland van vroeger, met bloemen en insecten, is ‘grasfalt’ geworden, daar kan geen kuiken meer opgroeien. Dát is wat de weidevogel bedreigt.”

En over het bestrijden van de vos: ”Omdat hij zogezegd schade aan de natuur toebrengt, zeggen ze. Hoe kan dat? Hij is zelf onderdeel van de natuur.”

Dierenrechten in de grondwet TEKEN DE PETITIE! Animal Rights wil dat alle dieren in Nederland, wild en in gevangenschap, als (staats)burgers, (rechts)personen en ingezetenen erkend worden en grondwettelijk verankerde rechten krijgen. Animal Rights

Teken nu de petitie

Ja, je mag mij bellen op het volgende nummer