Inhoud
Winst: Voorlopig geen konijnenjacht meer in Zuid-Holland
In een uitspraak van de meervoudige kamer van de rechtbank Den Haag van 16 september 2025 werden de beroepen van Animal Rights en Fauna4Life gegrond verklaard en daarmee de konijnenjacht in Zuid-Holland stilgelegd. De rechtbank had de beroepen op 5 juni 2025 op zitting behandeld.
Het besluit van het college van Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland om het ‘Faunabeheerplan konijn Zuid-Holland 2023-2029’ goed te keuren (en het bezwaar van Animal Rights en Fauna4Life daar tegen af te wijzen), werd vernietigd. Evenals het besluit van het college om een ontheffing te verlenen van verboden op grond van de Wet natuurbescherming (Wnb) voor het doden van konijnen.
Lees ook: BEROEPSZAAK: ZUID-HOLLAND WIL DOOR MET HET MASSAAL AFSLACHTEN VAN KONIJNEN
Het standpunt van het college dat het faunabeheerplan inzichtelijk maakt dat andere bevredigende oplossingen (dan het afschieten van konijnen) ontbreken is onvoldoende gemotiveerd.
De eis dat eerst gekeken moet worden naar ‘andere bevredigende oplossingen’ komt uit de Habitatrichtlijn en de daarbij behorende ‘richtsnoeren’. Het college bracht naar voren dat het strikte beschermingsregime van de Habitatrichtlijn niet van toepassing is op nationale soorten, zoals het konijn, en dat de richtsnoeren daarom ook niet relevant zijn in het kader van de beoordeling van een ontheffing voor het konijn.
Naast dat de konijnenjacht nu stil ligt, is dit oordeel van de rechtbank de grote winst in deze zaak:
“De rechtbank volgt het betoog van eisers dat de richtsnoeren relevant zijn bij de uitleg van de toetsingscriteria die zijn genoemd in artikel 3.8, vijfde lid, van de Wnb. Dit artikel is van overeenkomstige toepassing verklaard voor de andere (nationale) soorten’. De rechtbank volgt het college daarmee niet in het betoog dat de richtsnoeren niet relevant zijn in het kader van de beoordeling van een ontheffing voor een andere soort. Dat betekent niet dat het regime van de Habitatrichtlijn van toepassing is op de nationale soorten, maar wel dat voor de invulling van de toetsingscriteria de richtsnoeren van belang zijn. Eisers hebben er naar het oordeel van de rechtbank terecht op gewezen dat het toetsingskader voor andere soorten ten opzichte van de Habitatrichtlijnsoorten ruimer is in die zin dat bij de nationale soorten meer wettelijke belangen aan een ontheffing ten grondslag kunnen worden gelegd, gelet op artikel 3.10, tweede lid van de Wnb. Voor zover het college ter zitting heeft verwezen naar het Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl) overweegt de rechtbank dat — nog afgezien van het gegeven dat het Bkl in dit geval niet van toepassing is — daarin niet kan worden gelezen dat de drie toetsingscriteria voor andere soorten anders moet worden ingevuld dan bij de Habitatrichtlijnsoorten.”
“Dat ook gedeeltelijk bevredigende oplossingen in de beoordeling moeten worden betrokken, volgt niet alleen uit de richtsnoeren, maar ook uit de memorie van toelichting bij de Wnb. Daarin staat immers (ook) met betrekking tot het beschermingsregime voor de nationale soorten dat moet worden getoetst of er geen redelijke alternatieven aan de orde zijn en of door de ontheffing of vrijstelling geen afbreuk wordt gedaan aan de staat van instandhouding van de betrokken soorten. Als het doden van de betrokken dieren geheel of gedeeltelijk vermijdbaar is door het treffen van geschikte en proportionele mitigerende maatregelen, is het niet verlenen van de ontheffing of vrijstelling, of het daarbij voorschrijven van dergelijke maatregelen, uitgangspunt.”
Animal Rights is vanzelfsprekend blij met deze uitspraak. Het gaat slecht met het konijn in Nederland. Zo heeft de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit op 14 oktober 2020 besloten om het konijn op te nemen op de Nederlandse Rode Lijst Zoogdieren. Ook uit het rapport ‘Staat van instandhouding haas en konijn’ van Wageningen Environmental Research van maart 2022 (hierna: WENR-rapport) blijkt dat de staat van in instandhouding van het konijn zeer ongunstig is. De Minister voor Natuur en Stikstof heeft op 28 juli 2022 het konijn niet voor niets geschrapt als vrij bejaagbare soort.
Zuid-Holland moet nu binnen twaalf weken na de dag van verzending van deze uitspraak nieuwe besluiten nemen met inachtneming van deze uitspraak. De provincie kan ook in hoger beroep gaan.
Puur formeel heeft de rechtbank geoordeeld over een besluit op bezwaar en zou een kwaadaardig, gewetenloos college kunnen claimen dat het primaire besluit in stand is gebleven en besluiten ondanks een ontoereikend faunabeheerplan gewoon door te schieten; daar zal een tegenreactie op volgen!