Main content

Inhoud

Weer naar de rechtbank voor wolf Bram

Nieuws: 23 juli 2025
Animal Rights

Utrecht wil wolf Bram dood hebben en heeft de ‘usual suspects’ als ‘deskundigen’ ingehuurd om die moordwens te verdedigen. Naar de mening van Animal Rights slaagt men daar niet in. Dit is waarom:

Lees ook: SOLITAIRE WOLF BRAM BLIJKT VADER VAN WELPEN OP UTRECHTSE HEUVELRUG - EEN TIJDLIJN

Op 11 juli 2025 verzocht Animal Rights de voorzieningenrechter van de Rechtbank Midden-Nederland om het besluit van het college van gedeputeerde staten van de provincie Utrecht van 8 juli (gepubliceerd op 11 juli) om een vergunning te verlenen voor het doden van wolf Bram/GW3237m, via een ordemaatregel te schorsen totdat het verzoek om een voorlopige voorziening op zitting is behandeld.

Het spoedeisend belang van dit verzoek is gelegen in het feit dat de vanaf dinsdag 15 of woensdag 16 juli te gebruiken vergunning onomkeerbare gevolgen zou hebben voor zowel de wolf als de van hem afhankelijke welpen (eenmaal gedood blijft dood). Dit belang dient zwaarder te wegen dan het belang van provincie en jagers om de vergunning op stel en sprong te kunnen gebruiken, des te meer doordat het college en andere betrokkenen kennelijk geen directe dreiging of gevaar zien. Zo is de vergunningverlening gebaseerd op een incident dat dateert van 19 mei, meer dan acht weken geleden en is het gebied in de tussentijd niet afgezet geweest en hebben er in al die weken geen andere incidenten plaatsgevonden.

GS stemde, zoals gebruikelijk, vervolgens in met uitstel tot de zitting die gepland werd op 23 juli.
Op 18 juli diende Animal Rights haar gronden in en vulde deze op 20 juli aan.

Noodzaak
De basis is dat het doden van Bram - en andere (strikt) beschermde dieren - noodzakelijk moet zijn, in dit geval om de openbare veiligheid te borgen. Animal Rights is het daar niet mee eens.

Recreëren in een gebied waar wilde dieren leven kan risico's met zich meebrengen, vooral als er geen of onvoldoende preventieve maatregelen worden genomen zoals het informeren van recreanten en het instellen van rustgebieden voor wilde dieren. Dat een risico bestaat betekent niet vanzelfsprekend dat er sprake is van een gevaar voor de openbare veiligheid.
Hoewel Animal Rights het bijtincident betreurt, wenst zij wel op te merken dat dergelijke incidenten kunnen voorkomen bij het samenleven met (wilde) dieren en we een risico's als samenleving ook veelal accepteren.

De voorzieningenrechter van de rechtbank Gelderland overwoog hierover onlangs:
“De voorzieningenrechter wenst nog te benadrukken dat het voorgaande niet met zich meebrengt dat als een wolf een keer een mens heeft gebeten dit per definitie betekent dat er een noodzaak bestaat om tot afschot van de wolf over te gaan vanwege de openbare veiligheid. Dat hangt steeds af van de specifieke situatie en context, waarbij in elk geval voldoende aannemelijk moet zijn dat het gedrag van een wolf (ook bij een bijtincident) als afwijkend gedrag getypeerd kan worden.”

Slechts twee incidenten zijn te linken zijn aan GW3237m. Het gaat om een eerste incident op 31 juli 2024, waarbij DNA-sporen van GW3237m zijn aangetroffen op het shirt van een kind. Volgens de Zoogdiervereniging is het kind omvergelopen naar aanleiding van (natuurlijke) interesse in een naast het kind loslopende hond, waardoor het kind krassen op de rug kan hebben opgelopen (maar het kan ook van een bramenstruik zijn). EcoNatura stelt nu echter, veel later, dat het gaat om een bijtwond, want dat past beter in het verhaal.
Het tweede incident betreft het bijtincident op 19 mei 2025, waarbij DNA-sporen van GW3237m zijn aangetroffen op het broekje van een vrouw. Hierbij dient wel opgemerkt te worden dat DNA vanaf kleding indirect bewijs betreft en dat de “chain of custody” die tot dit bewijs heeft geleid, niet volledig is gedocumenteerd.

In dit verband merkt Animal Rights op dat voor geen van de door EcoNatura genoemde interacties en incidenten geldt dat is aangetoond dat Bram zonder provocatie een mens heeft aangevallen. Animal Rights betwist dan ook dat er sprake is van een ‘probleemwolf’ die valt onder situatie h) van de escalatieladder en daarom volgens de interventierichtlijnen uit de populatie verwijderd zou moeten worden.

Hugh Jansman, ecoloog werkzaam bij Wageningen Environmental Research, besprak het incident tijdens een lezing in Nijmegen op 10 juli 2025 1 en zei hierover het volgende:
“Dat dier [red. GW3237m] deed niets onnatuurlijks, maar zijn verdedigingsgedrag was vrijwel zeker net even iets te sterk afgesteld waardoor hij een wat wij noemen corrigerende tik uitdeelt. Alleen voor een wolf betekent dat even een snap met de bek; wel wat krassen, wel wat schrammen, maar als-ie echt had willen bijten, had het er heel anders uitgezien.”

Italiaanse hoogleraar Dierkunde Luigi Boitani bevestigt de constatering van Jansman op het internationale wolvencongres in Lunteren:
“Als een wolf echt een mens zou willen doden, zou dat tien seconden duren. Dan pakte het dier je bij de nek en je zou dood zijn voor je het doorhebt.” 2

In de basis is habituatie geen opmaat naar conflicten. Aangeboren vluchtafstanden nemen af door menselijke aanwezigheid, onze natuurgebieden zijn tenslotte ook plekken waar we recreëren. De mens wordt voor het wild een normaal deel van het landschap.
Als provocatie plaatsvindt is een reactie natuurlijk. De oorzaak van een eventuele reactie is geen predatie, maar verdedigingsgedrag dat wordt opgeroepen door de provocatie.

Andere bevredigende oplossingen
Afwijken van het verbod op het doden van beschermde dieren kan alleen worden toegestaan als er geen andere bevredigende oplossing bestaat om het doel te bereiken. Iedere andere bevredigende oplossing die minder ingrijpend is dan afschot, dient eerst te worden uitgevoerd. Volgens Animal Rights is dat in het onderhavige geval niet gebeurd en daarom had de afwijking (afschot) niet toegestaan mogen worden.

Volgens Animal Rights zijn er diverse effectieve doeltreffende maatregelen te nemen die het risico op gevaarlijke interacties met Bram verkleinen. Een eerste geschikte en passende maatregel is het instellen van rustgebieden voor wilde dieren zoals de wolf, zodat zij zich kunnen terugtrekken. Buiten de rustgebieden blijft ruimte voor recreanten. In het geval dat een nestlocatie zich bevindt buiten een rustgebied, kan besloten worden om het gebied rondom de nestlocatie tijdelijk af te sluiten voor recreanten, zodat de ouders van de welpen niet getriggerd worden om hun welpen te beschermen.

Onderdeel van het maatregelenpakket dient uiteraard ook te zijn dat recreanten goed worden voorgelicht over passend gedrag ten aanzien van wilde dieren in hun leefgebied. De inmiddels geldende aanlijnplicht en de tijdelijke afsluiting van een gebied in 2024 hebben duidelijk tot verbetering geleid. De stichting betreurt het dat het gebied in het huidige seizoen niet tijdelijk afgesloten is geweest, zodat het incident van 19 mei 2025 voorkomen had kunnen worden.

Behalve deze preventieve maatregelen zijn er ook vele andere, meer ingrijpende maatregelen te nemen als die noodzakelijk zouden zijn, zoals aversieve conditionering. Deze maatregelen dienen uitgevoerd te zijn alvorens gegrepen kan worden naar het ultimum remedium van afschot. De stichting betwist nadrukkelijk de verwerpelijke bewering van EcoNatura dat de voornemens tot aversieve conditionering van Bram zijn gestaakt vanwege weerstand van dierenrechtenorganisaties. De werkelijke reden hiervoor is dat het college erachter kwam dat Bram, in tegenstelling tot eerdere beweringen van deskundigen, de vader van de welpen bleek te zijn waardoor het college besloot dat ingrijpen een te grote impact zou hebben op de staat van instandhouding van de soort (vanwege het risico dat de welpen niet zouden overleven als er iets met Bram zou gebeuren).
Deze beslissing volgde nadat de voorzieningenrechter al oordeelde dat het college de noodzaak om Bram negatief te conditioneren onvoldoende had onderbouwd. Het college heeft de gebreken nooit hersteld en vervolgens wel de onderhavige, meer ingrijpende vergunning verleend. De situatie is onveranderd: Bram is dit seizoen wederom vader van welpen en preventieve maatregelen zijn (ook) dit seizoen niet genomen.

Alternatieve maatregelen zijn in deze casus niet of slechts beperkt of tijdelijk toegepast. Zenderen van een wolf valt hierbuiten, aangezien dit geen methode is om aversieve conditionering te bereiken. Het tijdelijk afsluiten van een gebied is functioneel en kan confrontaties en problemen voorkomen. Een permanent hondenaanlijngebod of hondenverbod in wolvenkerngebied is onontbeerlijk om wolven bij honden en mensen weg te houden. Niet picknicken en liefst helemaal geen voedsel meenemen. Proactief reageren bij een ontmoeting met een wolf (in plaats van fluisteren en je klein maken voor die ene goede foto). Liefst niet rennen, fietsen en paardrijden in wolvenkerngebied.

Bij uitstek ligt de verantwoordelijkheid hiervoor en voor informatievoorziening hierover bij overheid en terreinbeheerders. Gebeuren deze preventieve maatregelen niet op serieuze wijze dan gaan ongetwijfeld vaker problematische situaties ontstaan. Het afschieten van ‘probleemwolven’ gaat potentiële conflicten niet voorkomen.

Staat van instandhouding
Een andere voorwaarde voor vergunningverlening is dat een afwijking van het verbod op het doden van beschermde dieren geen afbreuk doet aan het streven de populaties van de betrokken soort in hun natuurlijke verspreidingsgebied in een gunstige staat van instandhouding te laten voortbestaan. Aan deze verplichting kan met onderhavige vergunning niet worden voldaan, doordat het resulteert in het overlijden van Bram en waarschijnlijk ook zijn welpen.

De staat van instandhouding van een soort moet beoordeeld worden op het niveau van de lidstaat, ook als er sprake is van grensoverschrijdende populaties. Dit is bevestigd in diverse arresten van het Hof van Justitie van de EU.

Lees ook: HET EUROPESE HOF OVER DE STAAT VAN INSTANDHOUDING VAN DE WOLF

EcoNatura schat in dat de welpen een kans van 50% hebben om te overleven als Bram wordt doodgeschoten. Die conclusie lijkt mede te zijn gebaseerd op de veronderstelling dat een van de jaarlingen meehelpt met de zorg voor de welpen, omdat zij een aantal keren nabij de kraamplaats is waargenomen. Dit is noch bewijs noch een garantie voor de toekomst. Een aantal alinea's verder erkent EcoNatura:
“Het gelijktijdige wegvallen van GW3237m én andere bijdragende roedelleden (die momenteel afwezig of afwezig dreigend zijn) kan leiden tot structurele destabilisatie van de roedel.” En sluit af met de conclusie:
“Het vroegtijdig verwijderen van de vaderwolf brengt echter een onzekere uitkomst met zich mee ten aanzien van het overleven van de nieuwe welpen en de stabiliteit van de roedel.”

Animal Rights acht het dan ook aannemelijk dat de afschotvergunning zal leiden tot meer dan één overlijdensgeval. Niet alleen Bram, maar ook (een deel van) zijn welpen zullen overlijden. Dit heeft een nog grotere impact op de al ongunstige staat van instandhouding van de soort.

Bovendien is het onzeker of de juiste wolf wordt gedood. Hoewel EcoNatura poogt te onderbouwen dat Bram op uiterlijke kenmerken goed herkenbaar is, is vorig jaar al gebleken dat daarvan geen sprake is. Na een uitspraak van uw voorzieningenrechter over het zenderen en negatief conditioneren van Bram besefte het college ineens dat Bram wel de vaderwolf van de roedel was, na er eerst zeker van te zijn dat het ging om een andere wolf, gebaseerd op uiterlijke kenmerken.

Daarnaast is het aannemelijk dat de welpen van dat jaar, nu jaarlingen, een grote uiterlijke gelijkenis met Bram vertonen. Met het rapport van EcoNatura wordt met één zeer onduidelijke foto van een aantal wolven het tegengestelde niet bewezen. Animal Rights stelt zich daarom op het standpunt dat het niet alleen onzeker is of de welpen van dit jaar een afschotvergunning overleven, maar ook de jaarlingen hun leven niet zeker zijn.

Ten slotte komt de onderhavige toestemming slechts enkele weken na de op grond van het advies van EcoNatura verleende toestemming om ook wolf Hubertus te doden, een wolf die ook vader zou kunnen zijn.

Animal Rights concludeert dat er ten minste onzekerheid bestaat over de vraag of met het doden van Bram ook meerdere andere wolven overlijden met als gevolg een groot negatief effect op de (al ongunstige) staat van instandhouding van de soort. Ook om die reden is de afwijking niet toegestaan, waardoor de vergunning niet verleend had mogen worden.

De provincie ‘deskundigen’
Het college heeft verschillende deskundigen geraadpleegd van de Zoogdiervereniging en EcoNatura om een second opinion gevraagd. Allereerst stelt Animal Rights zich op het standpunt dat het advies van de Zoogdiervereniging zeer beperkt is. Bovendien overwoog het college een jaar geleden nog om geen maatregelen uit te voeren naar aanleiding van het toen geldende advies over Bram van de Zoogdiervereniging, omdat het college het advies van onvoldoende kwaliteit achtte:
”Een ander bestuurlijk gevoelig punt dat we onder de aandacht willen brengen is het volgende. Voor de uitvoering van het IPO-wolvenplan en addendum, baseren we ons op de advisering vanuit vooral de Zoogdiervereniging. Wij zijn van mening dat deze adviezen op dit moment niet van dusdanige kwaliteit zijn dat we u op basis daarvan goed genoeg kunnen adviseren.”

Ten aanzien van het advies van EcoNatura stelt Animal Rights zich op het standpunt dat de conclusie hiervan bij voorbaat al leek vast te staan, aangezien dezelfde deskundige toen net een eensluidend advies had uitgebracht in de zaak over wolf Hubertus in Gelderland. De vraag is of dit advies als onafhankelijk en onpartijdig kan worden gezien, ook vanwege de (monitorings)werkzaamheden van dhr. Van Maanen op het landgoed Den Treek, een landgoed waarvan de rentmeester zich herhaaldelijk negatief heeft uitgelaten over de aanwezigheid van wolven op het landgoed. Bovendien is het advies van EcoNatura op vele punten subjectief en suggestief.

Conclusie
Om alle bovengenoemde redenen acht Animal Rights het bestreden besluit onrechtmatig en verzoekt zij de rechtbank om het besluit, vanwege de onomkeerbaarheid daarvan, te schorsen tot zes weken nadat op het bezwaarschrift is besloten.

Dierenrechten in de grondwet TEKEN DE PETITIE! Animal Rights wil dat alle dieren in Nederland, wild en in gevangenschap, als (staats)burgers, (rechts)personen en ingezetenen erkend worden en grondwettelijk verankerde rechten krijgen. Animal Rights

Teken nu de petitie

Ja, je mag mij bellen op het volgende nummer