Main content

Inhoud

Interview met Dr. Andre Menache: waarom dierproeven niet werken en alternatieven wel

Nieuws: 23 juli 2018
Dier­proeven

Dierenarts Dr. André Menache bekleedde diverse functies, waaronder die van president van Doctors and Lawyers for Responsible Medicine en algemeen directeur van de Federation of Animal Protection Societies in Israël. Tegenwoordig verleent hij wetenschappelijke ondersteuning aan diverse ‘grass-roots’ organisaties, naast zijn officiële functie als directeur van Antidote Europe, gevestigd in Frankrijk.

Andre, je voert nu al 40 jaar campagne tegen dierproeven. Wat was oorspronkelijk je belangrijkste bezwaar tegen het gebruik van dieren in medisch onderzoek?

Het was bij toeval dat ik tijdens mijn veterinaire studie het blad South African Association Against Painful Experiment on Animals tegen kwam. Het onderwerp had onmiddellijk mijn aandacht. Zoals bij de meeste mensen was mijn oorspronkelijke bezwaar op ethische gronden gebaseerd. Ik kwam er echter al snel achter dat het morele argument ontoereikend was in discussies met onderzoekers, die hun toevlucht zochten tot verklaringen als “het is je hond of je kind”.

Uitspraken zoals deze overtuigden me ervan dat ik wetenschappelijke argumenten moest vinden om uit te leggen dat experimenten op dieren niet alleen wreed waren, maar ook slechte wetenschap vertegenwoordigden.

Kan je kort uitleggen waarom dieren geen goede modellen zijn om toxiciteit te meten?

De eenvoudigste manier om uit te leggen waarom dieren geen goede modellen zijn om toxiciteit in mensen te meten, is om te kijken naar soort-verschillen in leverfunctie. De menselijke lever kan paracetamol metaboliseren, terwijl de lever van een kat dat niet kan. Omgekeerd zijn er medicijnen die veilig lijken voor dieren en vervolgens gevaarlijk blijken te zijn voor mensen. Dit helpt te verklaren waarom de belangrijkste reden voor het terugtrekken van voorgeschreven medicatie, levertoxiciteit in mensen is (ondanks dierproeven).

Gelukkig realiseren de farmaceutische industrie en de regelgevende instanties zich steeds vaker dat menselijke levercelculturen en gedoneerde menselijke leverplakken een veel betere manier zijn om toxiciteit in mensen te voorspellen dan te vertrouwen op dieren.

Terwijl er dierproefvrije methoden bestaan, beweren onderzoekers dat medicijnen/chemicaliën op het hele levende organisme getest dienen te worden. Hoe zou je hier op antwoorden?

Als we op dieren vertrouwen om menselijke reacties te voorspellen, krijgen we in 33% van de gevallen het juiste antwoord. Dit getal is gebaseerd op de correlatie tussen preklinische toxiciteit in dieren en negatieve reacties op medicijnen van mensen. Het publiek verwacht 95% - 100% nauwkeurigheid als er levens op het spel staan, geen 33%. Het spreekt voor zich dat iedere methode met een resultaat van minder dan 50% (het equivalent van een muntje opgooien) onaanvaardbaar is.

Op de mens gebaseerde methodes zoals celculturen, “lab-on-a-chip” gecombineerd met microfluïdische en populatie gebaseerde farmacokinetische modellering en simulatie hebben een bereik van 70% - 100% voorspelbaarheid voor mensen. De keuze is daarom tussen onvolledige menselijke informatie die relevant is, of complete dierlijke informatie die voor een overgroot deel irrelevant is, voor mensen. Vanwege het soort-verschil zullen dierproeven minder betrouwbaar zijn dan het opgooien van een muntje, terwijl de moderne wetenschap de mogelijkheden heeft de huidige, op de mens gebaseerde methodes te verbeteren en het 100% niveau te benaderen.

Waarom worden er dan nog steeds dieren gebruikt voor dit doel? Is het een wettelijk voorschrift?

In de context van farmaceutische medicijntests vinden dierproeven eerder plaats vanwege wettelijke dan wetenschappelijke redenen. Deze regelgeving is meer dan 50 jaar geleden opgesteld. De wetenschap is echter 50 jaar verder, maar de wetten hebben geen gelijke tred gehouden. Om de dingen te verbeteren, moeten de wetten worden bijgewerkt. Helaas geven de meeste regelgevers er de voorkeur aan vast te houden aan dat wat ze kennen, zelfs als het verouderde wetenschap is.

Een uitweg uit deze impasse is dat wetenschappers, bekend met moderne toxicologische methodes (zonder dieren), politici onderwijzen op dit vlak. Wanneer politici zich bewust worden van het feit dat uit dierstudies geen resultaten voor mensen opleveren, zullen zij zich hopelijk inzetten voor veranderingen in regelgeving en dierproeven vervangen door moderne wetenschap.

Gedurende je tijd van campagne voeren tegen dierproeven, wat beschouw je als de belangrijkste ontwikkeling met betrekking tot de verschuiving in de richting van dierproefvrije methodes?

De wetenschappelijke wereld onderging een paradigmaverschuiving in 2000 met de ontdekking van het menselijk gnome. Deze ontdekking plaveide de weg naar verpersoonlijkte medicatie, waarin ieder persoon wordt beschouwd als een uniek individu, zelfs tot het punt waarop identieke tweelingen verschillende behandelingen voor dezelfde medische aandoening nodig zouden kunnen hebben, gebaseerd op kleine verschillen in hun DNA.

De wetenschap heeft de functie geïdentificeerd van bijna alle 24.000 genen van het menselijk gnome. Deze kennis wordt al toegepast in de ontwikkeling en het testen van medicijnen (pharmacogenomics), waar zowel de farmaceutische industrie als de consument voordeel bij hebben: veiligere medicijnen zorgen voor minder bijwerkingen in mensen en minder rechtszaken tegen medicijnfabrikanten.

Als laatste, wat zie je als de grootste hindernis voor hen die tegen dierproeven zijn?

Onwetendheid. Het publiek en onze politici zijn zich grotendeels onbewust van het bovenstaande. Het wetenschappelijk bewijs dat diermodellen geen voorspellende waarde hebben voor mensen is zeer solide. De uitdaging is daarom deze informatie zo effectief mogelijk te communiceren naar de massa en onze beleidsmakers.

In het geval van onze beleidsmakers is er geen alternatief voor één-op-één ontmoetingen tussen moderne wetenschappers en politici. Daarnaast zou een langdurige bewustwordingscampagne met reclame op TV, in kranten en op reclameborden effectief zijn. De boodschap zou eenvoudig zijn: waarom medicijnen testen op dieren? Mensen zijn geen ratten van 70kg.

Bron: humaneresearch.org.au/interview/interview-andre-menache-bsc-hons-bvsc-mrcvs