Main content

Inhoud

Sophia is gered van een horror-bestaan in de eierindustrie

Nieuws: 10 april 2020
Slacht

Sophia werd een jaar geleden als kuikentje gered uit de eierindustrie. Ze viert haar eerste levensjaar in vrijheid en wil jullie haar verhaal vertellen. Sophia roept daarnaast op om deze Pasen geen eieren te eten, om zo haar zusjes en broertjes uit de industrie een verschrikkelijk bestaan en een gruwelijke dood te besparen.

Mijn naam is Sophia, ik werd net één jaar oud en vier mijn eerste levensjaar in vrijheid. Ik heb witte veren en een felrode kam, die zo groot is dat die over mijn ene oog hangt. Ik hou enorm van zonnebaden, scharrelen met mijn zusje Rosa, stofbaden nemen, de wereld ontdekken - en daarbij op eigen houtje bezoekjes aan de buren brengen - en knuffelen met mijn adoptiemama. Mijn echte mama ken ik niet, omdat ik werd geboren op een artificiële manier. In plaats van uit het ei te kruipen onder mama’s warme vleugels, werd ik geboren in een grote broedmachine, tegelijk met honderden andere broertjes en zusjes. Ik zocht tevergeefs mijn mama toen ik uit het ei kroop, maar ik zag en hoorde alleen tientallen broertjes en zusjes piepen en door de schalen van eitjes pikken. Sommige broertjes en zusjes raakten moeilijk door de schaal heen of waren nog niet uit hun ei gekropen toen de de grote deur van de broedkast open ging. 


Toen de deuren open gingen, kreeg ik het koud. Het was minder warm uit de broedkast dan er in. We werden door mensenhanden brutaal op een fabrieksband gegooid. Ik piepte en zocht nog steeds naar mijn mama. Mijn broertjes werden van mij en mijn zusjes gescheiden. Mijn broertjes werden allemaal samen in een grote gaskamer gestopt. Toen het gas naar binnen kwam, raakten ze in ademnood en hyperventileerden ze. De paniek werd nog groter toen ook de pijn toesloeg. Het gas zorgt voor een brandend gevoel in de luchtwegen en het voelt alsof je van binnenuit verbrandt. Mijn broertjes werden vergast met CO2. Mensen beweren dat CO2 een humane dood is, maar mijn broertjes hadden veel pijn en stress toen ze in deze horrorkamer stierven. 
Vroeger werden mijn broertjes niet naar gaskamers gebracht, maar levend in de verhakselaar gegooid. 



Nog andere broertjes mochten even blijven leven. Zij mochten als vleeshaan groot worden in stallen zonder daglicht. Na een kort leven in de stallen vonden zij een afgrijselijke dood in een slachthuis. Eerst werden ze hardhandig aan hun pootjes in het donker uit de stallen gerukt en in transportbakken geduwd. Vele broertjes hadden gebroken poten, tenen en vleugels door de brutale mensenhanden. De rit naar het slachthuis was lang en koud. Mijn broertjes hadden honger, dorst en waren bang voor wat hen te wachten stond.


In het slachthuis aangekomen werden ze ondersteboven aan hun pootjes opgehangen aan de klemmen van de slachtlijn. Eerst kwamen ze met hun hoofdje in het elektrisch waterbad terecht, waardoor ze buiten bewustzijn raakten. Sommige broertjes hieven net hun hoofdje op als ze langs het waterbad kwamen, en zagen hoe de kelen van broertjes aan de messen voorbijgleden en het bloed naar beneden vloeide. Zij voelden paniek en pijn toen de messen hun keel open sneden. Ik wou dat mijn broertjes, net zoals ik, van de vrijheid konden genieten en nooit naar deze plek gebracht waren.



Ik had heel veel geluk geboren te worden als een hennetje. Dat dacht ik tenminste. Tot ik hoorde dat al mijn grote zusjes na 15 tot 17 maanden ook naar het slachthuis werden gebracht en zij op dezelfde manier vroegtijdig en gruwelijk gedood zouden worden als mijn broertjes.


Vanuit de broeierij werden mijn zusjes en ik naar opfokstallen gebracht. Daar zouden we blijven tot we groot genoeg waren om eieren te leggen. Mijn zusjes en ik zouden terecht komen in een van de volgende vier systemen: verrijkte kooien, scharrelstallen, vrije uitloop of een bioboerderij.

 De meesten van ons zouden nooit daglicht te zien krijgen. We zouden op onze eigen uitwerpselen leven en amper onze vleugels kunnen strekken in de kooien en scharrelstallen. We zouden op elkaar gepropt zitten. Door de wrijving gaan onze mooie veren stuk en uit frustratie pikken we onszelf en elkaar kaal. De stallen zijn zo stoffig door het stof dat uit onze veren komt en door het stof uit verdroogde uitwerpselen, dat elke hap naar lucht onze keel vol stof doet zitten. Sommigen van ons sterven al in de stallen, omdat ze geen individuele verzorging krijgen.



Na enkele dagen in de opfokstal werd ik ’s nachts opeens wakker. Ik lag rustig te slapen tussen mijn zachte en warme zusjes, toen plots mensen de stal binnenkwamen. Ik was bang, want mensen kon ik alleen maar met onaangename gebeurtenissen associëren. Zachte handen tilden me op en namen me mee naar een veilige plek. Niet lang erna leerde ik mijn adoptiemama kennen. Ze nam me voorzichtig in haar handen, tilde me op, hield me warm met haar handen, bouwde me een nest zoals een echte mama dat zou doen en gaf me knuffels. Toen ik voor het eerst een kus op mijn hoofdje kreeg, was ik bang. Maar nu kom ik nog steeds naar mama gelopen voor kusjes en knuffels. Ik wou dat al mijn broertjes en zusjes ook een mama hadden.

Kiezen jullie deze Pasen ook voor eivrije maaltijden

? Zo kunnen jullie mijn broertjes en zusjes uit de industrie een verschrikkelijk bestaan en een gruwelijke dood besparen.

Lees hier meer over hoe je Pasen plantaardig kan vieren.

Lees hier meer over hoe je kippenvlees kan vervangen door plantaardige alternatieven.

Dierenrechten in de grondwet TEKEN DE PETITIE! Animal Rights wil dat alle dieren in Nederland, wild en in gevangenschap, als (staats)burgers, (rechts)personen en ingezetenen erkend worden en grondwettelijk verankerde rechten krijgen. Animal Rights

Teken nu de petitie

Ja, je mag mij bellen op het volgende nummer