Main content

Inhoud

De onzin van dierproeven

Nieuws: 4 november 2019
Dier­proeven

Dit weekend verscheen in De Morgen het interview ‘Zijn dierproeven nog wel van deze tijd?’ 1. Toxicoloog en campagnecoördinator Jen Hochmuth van Animal Rights en onderzoeker en voorzitter van het Infopunt Proefdieronderzoek Jeroen Aerts gingen in duel als tegen- en voorstander van dierproeven. Helaas biedt dit formaat geen wederhoor. Daarom voegen we hier een kritische nuancering van het standpunt van de voorstander van dierproeven toe.

Jen Hochmuth van Animal Rights reageert op 6 opvallende uitspraken van Jeroen Aerts:

1

Aerts: Zonder proefdieren geen medicijn voor Pia.

Hochmuth: “Het is effectief zo dat er momenteel geen enkel medicijn beschikbaar is zonder voorafgaande dierproeven. Maar dat is omdat de wet het verplicht en niet omdat het zonder dierproeven niet mogelijk is om nieuwe medicijnen te ontwikkelen.

Het aanhalen van een emotioneel geladen onderwerp leidt af van het feit dat het medicijn voor baby Pia bijna niet op de markt kwam: de verplichte dierproef leverde niet de gewenste resultaten op.1 Hoe is het medicijn dan toch op de markt geraakt? Door sjoemelen met de gegevens.“

2

Aerts: Om eerlijk te zijn, denk ik dat het vrijwel onmogelijk is om dierproeven volledig te vervangen. Mochten we er vandaag volledig mee stoppen, dreigt een acuut gevaar voor de volksgezondheid.

Hochmuth: “Hetzelfde werd tientallen jaren geleden ook al gezegd tijdens het debat over dierproeven voor cosmetica. Vanaf 11 maart 2009 heeft de EU het testen van cosmetische ingrediënten binnen de EU verboden - ongeacht of er alternatieven voor dierproeven bestaan. Onderzoekers moesten maar rap met nieuwe proefdiervrije methoden opkomen. 1.

Dit bevestigt zelf dat het stoppen met dierproeven door een wettelijk verbod geen bedreiging voor de volksgezondheid is maar juist de verdere ontwikkeling van proefdiervrije innovatie stimuleert. Omdat er toen nog niet voldoende alternatieven bestonden, was het opeens alle hens aan dek om nieuwe proefdiervrije methoden te ontwikkelen. Die zijn er ontzettend snel gekomen.”

3

Aerts: Proefdieren zijn een noodzakelijk kwaad om verder te komen in onderzoeken naar bijvoorbeeld de ziekte van Parkinson of kanker.

Hochmuth: "De ziekte van Parkinson komt van nature niet eens voor bij andere dieren dan de mens. Zo krijgen gezonde penseelaapjes synthetische drugs in de buik gespoten om Parkinsonachtige symptomen op te wekken. Gezonde dieren worden dus eerst ziek gemaakt maar dat kunstmatige ziektebeeld kan de realiteit bij de mens niet nabootsen. Met als gevolg dat er ondanks decennialange dierproeven geen enkel effectief geneesmiddel op basis van dierproeven ontwikkeld is.

Er is nochtans al veelbelovende vooruitgang geboekt op het vlak van proefdiervrije methoden. Het is de hoogste tijd dat meer financiële middelen worden besteed aan de verder ontwikkeling van deze proefdiervrije methoden die voor de mens van belang zijn. Dat dit niet alleen mogelijk is maar ook efficiënter toont de proefdiervrije geneesmiddelonderzoek naar botkanker van het Erasmus MC.”

4

Aerts: Daarnaast zijn onderzoekers bij wet verplicht om proefdiervrije alternatieven te gebruiken als die bestaan.

Hochmuth: “Volgens de Europese wetgeving (Richtlijn 2010/63/EU) is het een verplichting om over te schakelen naar het alternatief als een dierproef kan worden vervangen door een geaccepteerde proefdiervrije methode. Dat onderzoekers zich niet aan deze wet houden, en dat dit voorlopig zonder gevolgen blijft toont de standaardtest om de menselijke koortsrespons na een injectie te voorspellen: Ondanks de beschikbaarheid van een veiligere en zelf nauwkeurigere testmethode op basis van menselijke bloedcellen, worden nog steeds konijnen geïnjecteerd in akelige giftigheidsexperimenten. Sinds de officiële aanvaarding van de proefdiervrije alternatief in 2003 nam het jaarlijkse aantal konijnen echter niet af, maar steeg het zelfs met ongeveer 100.000 tot 170.000 in de EU.”

5

Aerts: Een petrischaal is geen complex organisme.

Hochmuth: “Met de juiste vraag heb je geen volledig organisme nodig. Proefdiervrije methoden gebaseerd op menselijk weefsel boeken zelfs betere resultaten dan dierproeven. Een voorbeeld is de oogirritatie test, om te voorspellen of een stof de potentie heeft om oogirritatie te veroorzaken. Vroeger werd de stof in het oogzakje van een konijn gedruppeld om na een bepaalde tijd de eventuele schade van het oog te beoordelen. Tegenwoordig bestaat er een proefdiervrij alternatief, gebaseerd op menselijke gekweekte oogcellen. Het alternatief scoort hoger op herhaalbaarheid en kan veel beter de veiligheid voor de mens voorspellen.”

6

Aerts: Een computermodel is ook maar zo goed als de data die je erin stopt.

Hochmuth: “De stelling dat een computermodel maar zo goed is als de data die je erin stopt klopt ongetwijfeld. Maar dat computermodellen op basis van menselijke gegevens ondertussen al beter scoren dan dierproeven hebben onder meer onderzoekers aan de gerenommeerde Britse universiteit van Oxford bewezen.1 Ze hebben namelijk een computermodel ontwikkeld op basis van menselijke gegevens dat terugkijkend de fatale gevolgen van een potentieel medicijn voor hartritmestoornissen kon voorspellen. Terwijl het medicijn voor minder hartaanvallen in proefhonden zorgde en daarom ook als veilig voor de mens voorspeld werd, stierven patiënten aan hartaanvallen.“